Geologie
Grote tektonische eenheden in Europa
Als gevolg van de platentektoniek schuiven stukken aardkorst plaatselijk uiteen en stuiten elders op elkaar. Daarbij hebben zich in het verleden vaak plooiingsgebergten gevormd. De platen van de lithosfeer zijn tegenwoordig nog in beweging. De huidige continenten, Eurazië inbegrepen, zijn het product van die ontwikkeling en dus zeer heterogeen samengesteld. Gedeelten van ons huidige Europese continent bestonden ook al in het Praecambrium, meer dan 500 miljoen jaar geleden. Het zijn het Fennoscandische en Baltische Schild en de Russische Tafel, te zamen Eo-Europa genaamd. Laurentia, bestaande uit het huidige Noordamerikaanse Schild met Groenland, is even oud en heeft een soortgelijke structuur. Tijdens het Ordovicium - Siluur bewogen Eo-Europa en Laurentia naar elkaar toe. Daarbij verdween de ertussen liggende oceaan en onstond het megacontinent Laurazië. In de contactzone werd het Caledonische gebergte (Paleo-Europa) gevormd. Ook het Brabants Massief van Zuidelijk Nederland behoort hiertoe. Ten zuiden van Laurazië lag het continent Gondwana dat het huidige Zuid-Amerika, Afrika, het Arabisch schiereiland, India, Madagascar, Antarctica en Australië omvatte. Tijdens het Carboon en Vroeg-Perm bewogen Laurazië en Gondwana naar elkaar toe en kwam het supercontinent Pangea tot stand. In de botsingszone ontstond het Hercynische plooiingsgebergte (thans Meso-Europa). In de Jura-periode begon Pangea weer uiteen te vallen. Ten zuiden van het huidige Europa ontstond opnieuw een oceaan, en naar het westen toe tekende zich de Atlantische Oceaan af. Vanaf het Laat-Krijt bewogen de Euraziatische plaat en de Afrikaanse plaat zich weer naar elkaar toe. Waar beide landmassa's op elkaar botsten, ontstond het Alpiene plooiingsgebergte (het tegenwoordige Neo-Europa). |
bron: Atlas van Nederland, deel 13: Geologie, 1985 copyright: 2001, Stichting Wetenschappelijke Atlas van Nederland |