Kaartgebruik bij routeplanners

E. Poppe & C.P.J.M. van Elzakker

Klik hier voor alle hyperlinks bij dit artikel

E. Poppe is werkzaam als technisch GIS-specialist bij de Provincie Zuid-Holland. Adres: Cambridgelaan 635, 3584 DN Utrecht, [t] 030-2541424, [e] epoppe@hotmail.com.
Corné van Elzakker is universitair docent bij het ITC, Postbus 6, 7500 AA Enschede, [e] elzakker@itc.nl, [h] http://www.itc.nl/personal/elzakker.


TREFWOORDEN kaartgebruik, achtergronden, onderzoek
KEYWORDS map use, background, research
MOTS-CLÉS utilisation de cartes, information de référence, recherche


Een routeplanner is een handig hulpmiddel om een route uit te stippelen. De gebruiker voert een begin- en eindlocatie in en de routeplanner berekent een route en presenteert deze vervolgens in de vorm van een routekaartje en een routebeschrijving. Gezien de miljoenen routes die per dag gepland worden, kan met recht geconstateerd worden dat routeplanners voorzien in een behoefte. Maar zijn de gebruikers wel tevreden met het resultaat? Voor kartografen is vooral het kaartbeeld interessant. De wijze waarop en de mate waarin het kaartbeeld functioneert bij het plannen van een route en het afleggen ervan stonden centraal in een onderzoek dat de Projectgroep Routeplanners tijdens de NVK-studiedagen op 18 en 19 april in Enschede heeft verricht.


De Projectgroep Routeplanners

In het afgelopen jaar hebben enkele enthousiaste producenten en gebruikers van routeplanners en in routeplanners geïnteresseerde kartografen zich verenigd in de projectgroep Routeplanners, een onderdeel van de werkgroep Kaartgebruik. Het doel van de Projectgroep is om kennis over de rol en het gebruik van kaartjes in autorouteplanners op cd-rom en op het internet te vergaren en te verspreiden ter bevordering van de effectiviteit van die kaartjes. De gebruiker van de routeplanner vormt daarbij het uitgangspunt. Als een van de eerste activiteiten heeft de projectgroep daartoe een gebruikersonderzoek opgezet waarbij deelnemers opdrachten kregen die ze moesten uitvoeren met behulp van enkele routeplanners. Dit onderzoek werd verricht tijdens de recent gehouden NVK-studiedagen over webkartografie.


Opzet van het onderzoek

De algemene onderzoeksvraag luidde: Op welke wijze en in welke mate functioneert het kaartbeeld bij het plannen en het afleggen van de route tussen de door de gebruiker opgegeven begin- en eindlocatie? Een helder antwoord op deze vraag kan leiden tot concrete aanbevelingen voor producenten van routeplanners die de gebruikers ten goede komen. De algemene onderzoeksvraag is opgesplitst in een aantal deelvragen en aan de hand van de antwoorden op deze deelvragen zal de centrale onderzoeksvraag worden behandeld.
Voor het onderzoek is een keuze gemaakt uit het grote aantal routeplanners dat aanwezig is op cd-rom en op het internet. De routeplanners die tijdens het onderzoek zijn gebruikt, kunnen in elk geval routes in Nederland berekenen tot op straatniveau. Gekozen is voor drie routeplanners op het internet en één op cd-rom, namelijk: Route.net [URL 1] en de routeplanner van de ANWB [URL 2], die beide veel worden geraadpleegd op het internet; Travelmanager, een routeplanner op cd-rom met hetzelfde kaartmateriaal als de routeplanner van de ANWB; en tenslotte MapBlast! [URL 3], een Amerikaanse routeplanner die routes op twee totaal verschillende manieren in kaart kan brengen. Elke deelnemer heeft tijdens het onderzoek twee van deze routeplanners gebruikt.

Het onderzoek bestond uit vier delen: een kennismaking met een routeplanner, een vergelijking tussen twee planners, een discussie en voor de deelnemers die met de auto naar de studiedagen zijn gereisd eventueel een beoordeling van een geprinte route. Tijdens het eerste deel werd aan de deelnemers gevraagd om twee routes te plannen met de eerste routeplanner, namelijk de route tussen de Brink in Assen en de Markt in Den Bosch en de route van het ITC naar het thuisadres. Het doel van dit deel van het onderzoek was om de gebruiker vertrouwd te maken met de mogelijkheden en de interface van een routeplanner. Tijdens het tweede deel werd gevraagd om dezelfde routes te plannen met een tweede routeplanner, en om de mogelijkheden en de resultaten van de twee routeplanners te vergelijken. Beide delen waren vergezeld van een enquête. Na de computeropdrachten volgde het derde deel: een discussie, waarin groepsgewijs werd gediscussieerd over de pluspunten en de minpunten van de onderzochte routeplanners. Hierbij werd ook aandacht besteed aan de mogelijkheden van routeplanners, de toekomst van de routeplanner, eventueel aanwezige verkeersinformatie en uiteraard de kartografische weergave van de routes. Het vierde deel van het onderzoek betrof het uiteindelijke afleggen van de route van het ITC naar het thuisadres op basis van afdrukken van het routekaartje en de routebeschrijving. Deze konden op het ITC uitgedraaid worden. Aan de deelnemers die na afloop van de studiedagen met de auto naar huis zijn gereisd werd gevraagd om een oordeel te geven over het functioneren van deze kaartafdrukken bij het volgen van de route.


De deelnemers

Tijdens de NVK-studiedagen hebben 42 bezoekers deelgenomen aan het onderzoek van de projectgroep. Omdat de deelnemers door beroep, studie en / of interesses te maken hebben met kartografie, vormen ze geen juiste afspiegeling van de routeplannergebruikers in het algemeen. Maar doordat de kartografische kennis en ervaring van deze deelnemers groter zijn dan die van de gemiddelde routeplannergebruiker, kunnen er, juist omdat het kaartgebruik centraal staat, interessante resultaten uit het onderzoek voortkomen. Op drie deelnemers na heeft iedereen wel eens gebruik gemaakt van een routeplanner. Vooral voor zakelijke doeleinden hebben relatief vrij veel deelnemers een routeplanner gebruikt, zoals figuur 1 laat zien. Desalniettemin is de wegenkaart of wegenatlas voor 93 procent van de deelnemers niet weg te denken bij een reis naar een onbekende bestemming en vormen richtingaanwijzers voor 36 procent van de deelnemers een handige aanvulling daarop. Ook aanwijzingen van anderen worden door 10 procent van de deelnemers ter harte genomen. Slechts één deelnemer raadpleegt een navigatiesysteem. Opvallende verbanden tussen routeplannergebruik enerzijds en anderzijds geslacht, leeftijd, opleiding en de gemiddelde dagelijkse verblijftijd achter het computerbeeldscherm zijn uit het onderzoek niet af te leiden.

(FIGUUR 1)

Figuur 1. Voor welke doeleinden gebruiken de deelnemers wel eens een routeplanner, en hoe vaak?


Het belang van kaartjes bij routeplanners

Het invoeren van de begin- en de eindlocatie gaat bij alle routeplanners door middel van het invoeren van de adressen in een daarvoor bestemd tekstvakje. Bij Travelmanager kunnen de locaties bovendien ingevoerd worden door ze aan te klikken op de kaart, die direct na het starten van de routeplanner zichtbaar is. Een duidelijke behoefte aan een kaartje bij het opgeven van de locaties is er niet: 29 procent van de deelnemers geeft aan een kaartje (zeer) onbelangrijk te vinden bij het invoeren van de begin- en de eindlocatie, tegenover 27 procent van de deelnemers die een kaartje daarbij wel degelijk (zeer) belangrijk vindt. Het kaartje heeft dan voornamelijk als doel om te checken of de routeplanner de gewenste locaties heeft gevonden. De mogelijkheid om - door in de kaart te klikken - vertrekpunt of bestemming op te geven speelt een beduidend kleinere rol.

Na het plannen van de route en de berekening ervan door de routeplanner speelt het resulterende routekaartje daarentegen een veel belangrijkere rol. Figuur 2 toont kaartvoorbeelden van de drie routeplanners op het internet. Maar liefst 93 procent van de deelnemers heeft een blik op het routekaartje geworpen. Het kaartje wordt door 83 procent van de deelnemers als (zeer) belangrijk beschouwd; geen enkele deelnemer ontkent het belang ervan. Het routekaartje vervult namelijk twee belangrijke functies: het geeft een duidelijk overzicht van de route, maar maakt het ook mogelijk om te checken of de berekende route aan de verwachtingen voldoet. Veel routeplannergebruikers hebben immers van tevoren al een globaal idee van de route, een mental route. Het kaartje wordt in dit geval ter herkenning gebruikt. Een minpunt van het routekaartje is de geringe grootte. Bij Travelmanager is de kaart veel groter afgebeeld dan bij de planners op het internet, waardoor de route gedetailleerder kan worden getoond. De grootte van de kaartjes bij internet-routeplanners is inherent aan het medium. Een kaartje is immers een illustratie met een bepaalde bestandsgrootte. Hoe groter het bestand, hoe langer het duurt om het kaartje in beeld te krijgen. Om de gebruiker toch een gedetailleerder overzicht van de route te geven, kan er, behalve bij Route.net, op het kaartje ingezoomd worden, een optie waar 55 procent van de deelnemers dan ook gebruik van heeft gemaakt. Het loepje is dan vooral op de eindlocatie gelegd, om een gedetailleerder beeld te krijgen voor het volgen van het laatste deel van de route. Daarnaast wordt ook regelmatig ingezoomd op de meer ingewikkelde delen van de route, om de juiste weg te vinden. Een minderheid van de deelnemers heeft willekeurig ingezoomd op delen van de route. De zoommogelijkheden van de routeplanners op het internet zijn volgens de deelnemers echter beperkter dan die van Travelmanager.

(FIGUUR 2)

Figuur 2. Routekaartjes van (a) Routenet (bron: http://www.routenet.nl/), (b) de routeplanner van de ANWB (bron: http://www.anwb.nl), (c) MapBlast! (bron: http://www.mapblast.com). Het kaartbeeld van de ANWB routplanner is identiek aan dat van de Travelmanager, maar kleiner qua omvang en schaal.

Van de deelnemers heeft 72 procent de routebeschrijving geraadpleegd. Dat is een significant lager percentage dan voor kaartgebruik. Dit resultaat komt niet overeen met een eerder onderzoek dat gehouden is onder een bredere groep routeplannergebruikers [Poppe, 2001], waaruit bleek dat de meeste gebruikers de routebeschrijving belangrijker vinden dan het routekaartje. Dit verschil is terug te voeren op het kartografische specialisme van de deelnemers aan de NVK-studiedagen. Een ruime meerderheid van de deelnemers heeft zowel het routekaartje als de beschrijving bekeken. De routebeschrijving wordt door 52 procent als (zeer) belangrijk ervaren, ruim meer dan de 17 procent die daar precies tegenovergesteld over denkt. Verschillen in relevantie tussen het routekaartje en de -beschrijving zijn terug te voeren op het gebruiksdoel, zo bleek uit de discussie met de deelnemers. In tegenstelling tot het routekaartje wordt de routebeschrijving vooral gebruikt voor het stap voor stap doornemen van de route, niet zozeer als overzicht of ter herkenning van de route. Deelnemers gaven aan dat routebeschrijvingen vaak te veel (non-)informatie bevatten, en ze een visueel overzicht van de route prefereren boven een ingewikkelde beschrijving.

Alle onderzochte routeplanners beschikken over de mogelijkheid om detailkaartjes te tonen bij elke aanwijzing in de routebeschrijving. Figuur 3 toont een voorbeeld van een detailkaartje. Voor 67 procent van de deelnemers vervullen de detailkaartjes twee (zeer) belangrijke functies. Ten eerste geven ze een duidelijk kartografisch overzicht van de betreffende aanwijzing, en ten tweede maken ze het mogelijk om te checken of de aanwijzingen in de routebeschrijving aan de verwachtingen voldoen. Ze vormen duidelijk een belangrijke schakel tussen het routekaartje en de routebeschrijving zelf. Minpunt is echter dat de detailkaartjes door hun geringe afmetingen erg onduidelijk kunnen zijn.

Het gebruik van kaartjes tijdens en na het plannen is aan bod gekomen. Maar welke rol speelt het routekaartje tijdens het afleggen van de route? Van de deelnemers print normaal gesproken 79 procent het routekaartje en 62 procent de routebeschrijving uit. Een enkeling slaat de route op om deze later te gebruiken. Helaas heeft slechts één deelnemer daadwerkelijk de afdrukken van de route geraadpleegd onderweg van het ITC naar huis, maar veel deelnemers hebben er vooraf hun mening over gegeven. Conclusies over het gebruik van de afdrukken zullen daardoor wel met enige voorzichtigheid moeten worden getrokken. Volgens de deelnemers zijn de wegenkaart of de wegenatlas en de richtingaanwijzers onderweg de grootste concurrenten van de afdrukken; aan de wegenkaart of de wegenatlas en de richtingaanwijzers geven de meesten vooralsnog de voorkeur. De afdrukken scoren wel beduidend hoger dan aanwijzingen van anderen of van een navigatiesysteem. Wat opvalt is dat de deelnemers aangeven dat het geprinte routekaartje tijdens het afleggen van de route even goed functioneert (of zou functioneren) als de routebeschrijving, terwijl ze het routekaartje bij de presentatie van de route op het computerbeeldscherm nog belangrijker vonden dan de routebeschrijving. Dit verschil zou verklaard kunnen worden door het feit dat de overzichtsfunctie van het routekaartje onderweg nauwelijks meer een rol speelt. Merkwaardig is dan echter wel dat 15 procent van de deelnemers aangeeft de route zonder routekaartje, maar mét routebeschrijving te kunnen volgen, tegenover 29 procent van de deelnemers die daarin slagen zonder beschrijving, maar mét routekaartje. De overige deelnemers maken zowel gebruik van het routekaartje als van de routebeschrijving. Detailkaartjes komen goed van pas bij het afleggen van de route. Vooral bij knooppunten, kruispunten en ingewikkelde delen van de route geven ze duidelijk aan in welke richting de gebruiker moet rijden. Daarnaast geeft een detailkaartje van de eindlocatie steun bij de oriëntatie tijdens het afleggen van het laatste deel van de route.

(FIGUUR 3)

Figuur 3. Detailkaartje (bron: http://www.routenet.nl/).

Een belangrijk minpunt van de routebeschrijving is dat er regelmatig een discrepantie bestaat tussen de aanwijzingen en de richtingaanduidingen op de verkeersborden. Enkele deelnemers geven bovendien aan dat ze de afdrukken liever doorschuiven naar een bijrijder, om zelf de aandacht bij het verkeer te kunnen houden. Dit stelt uiteraard beperkingen aan het gebruik van routekaarten onderweg.


Kaartweergave

De weergave van de kaartjes hangt sterk af van de functie ervan. Er is al onderscheid gemaakt tussen drie functies: het kaartje kan dienen als invoermedium voor de begin- en de eindlocatie, maar ook ter verificatie van beide locaties; na de routeberekening is er een overzichts- of een herkenningsfunctie. Datzelfde geldt voor detailkaartjes, alleen gaat het dan niet om een overzicht of de herkenning van een hele route, maar slechts van een deel ervan. Telkens hebben de gebruikers behoefte aan andere informatie in het kaartbeeld. Ook het medium heeft invloed op de weergave. De kaartjes moeten duidelijk weergegeven kunnen worden op een computerbeeldscherm, zowel via het internet als via cd-rom, en indien de routeplannergebruikers een afdruk willen maken, moet de route ook op papier duidelijk leesbaar zijn. Hieronder zijn de belangrijkste eisen uitgewerkt die aan het routekaartje gesteld worden. Ze hebben vooral te maken met de grootte van het kaartje, de schaal en de informatie die weergegeven wordt. De routes worden doorgaans weergegeven in kaartjes die met het noorden naar boven zijn georiënteerd. MapBlast! is momenteel de enige routeplanner die de route ook op een andere manier kan weergeven. Daarop wordt hieronder nader ingegaan.

De grootte van het routekaartje is, zoals eerder is aangegeven, afhankelijk van de omvang van het medium waarop het wordt gepresenteerd. Dat houdt in dat het kaartje nooit groter kan zijn dan het computerbeeldscherm of het papier waarop het kaartje wordt geprint. Langere routes zullen daardoor, wanneer ze in hun geheel worden getoond, op een kleinere schaal worden weergegeven dan kortere routes, en dat heeft weer invloed op het detailniveau. Op kleinschalige routekaarten kunnen minder details worden weergegeven dan op grootschalige. Voor meer details kan er worden ingezoomd of moeten detailkaartjes geraadpleegd worden. Het internet stelt daarnaast nog aanvullende eisen aan het kaartje: de bestandsgrootte heeft namelijk invloed op de tijd die nodig is om het kaartje op het beeldscherm te presenteren.

Doordat de grootte van de kaartjes aan een maximum is gebonden, is ook de informatie die erop weergegeven kan worden beperkt. Er zal daarom een afweging gemaakt moeten worden tussen relevante en minder relevante informatie. Oriëntatie is volgens de onderzoeksdeelnemers altijd belangrijk, niet alleen bij het plannen van de route, maar ook na de routeberekening, bij het bekijken en bij het afleggen van de route. Tijdens het onderzoek werd aan de deelnemers gevraagd om de weergave van een aantal categorieën in het kaartje te beoordelen op relevantie, dit zijn: plaatsen (en de namen ervan), straten (met namen), oriëntatiepunten, algemene diensten, toeristische diensten, zakelijke diensten, persoonlijke adressen, verkeersinformatie en (lucht)foto's 1). De belangrijkste categorie kreeg daarbij een 1, de minst belangrijke een 9. Plaatsen en straten eindigen op de eerste en de tweede plaats, ze worden vooral gebruikt ter oriëntatie. Ondanks de hoge beoordeling geven enkele deelnemers wel aan dat weg- en afslagnummers duidelijker aangegeven mogen worden. Oriëntatiepunten zelf eindigen iets lager, op de derde plaats. Ze worden op de routekaartjes of in de routebeschrijving nog maar zelden gebruikt, maar de deelnemers verwachten dat dit in de toekomst zeker vaker gaat gebeuren. De weergave van verkeersinformatie in het routekaartje eindigt op de vierde plaats. Daar moet overigens wel een kanttekening bij gemaakt worden. Verkeersinformatie is voor een belangrijk deel tijdgebonden. Routeplannergebruikers moeten er dan ook rekening mee houden dat de situatie zoals de routeplanner die weergeeft veranderd kan zijn op het ogenblik dat de route wordt afgelegd. Voor wegwerkzaamheden en afgesloten en opgebroken wegen geldt dit doorgaans niet, die lenen zich dan ook het beste voor weergave op het routekaartje. Persoonlijke adressen en diensten eindigen lager. De beoordeling van deze categorieën is sterk gebonden aan het doel waarvoor de gebruikers de routeplanners het meest gebruiken. Voor de oriëntatie, het overzicht en het afleggen van de route zijn ze van ondergeschikt belang en daarom lenen ze zich het beste voor weergave op meer grootschalige zoomniveaus van de route. Foto's en luchtfoto's dragen volgens de deelnemers het minst bij aan de vervulling van de functies van het kaartbeeld.

(FIGUUR 4)

Figuur 4. LineDrive-kaartje (bron: http://www.mapblast.com).

MapBlast! kan de route, behalve in een standaard routekaartje, ook in een zogenaamd LineDrive-kaartje weergeven (figuur 4). De meningen over deze weergavemethode lopen sterk uiteen. Voor het verkrijgen van een overzicht van de route maakt 68 procent van de deelnemers liever gebruik van het standaardkaartje, terwijl 32 procent het LineDrive-kaartje prefereert. Tijdens het afleggen van de route gebruikt 37 procent van de deelnemers liever het LineDrive-kaartje en 42 procent liever het standaardroutekaartje. Uit de discussie met de deelnemers volgde dat het LineDrive-kaartje niet alleen als kaartje, maar ook als beschrijving kan dienen, en vooral handig is bij langere afstanden over snelwegen en over bekende wegen. Minpunt van het LineDrive-kaartje is namelijk dat het nauwelijks informatie geeft over de omgeving, daardoor is het voor de gebruiker moeilijk om zich alleen daarmee te oriënteren. Naast het standaard noorden-boven-routekaartje en het LineDrive-kaartje zijn er ook nog andere mogelijkheden om een route of delen ervan weer te geven. Deelnemers stelden een kaartje voor met de beginlocatie onder en de eindlocatie boven. Het effect hiervan is een punt voor nader onderzoek.


Samenvatting en conclusie

Kaartjes van autorouteplanners vervullen belangrijke functies: bij het plannen van de route, het tonen van het resultaat en bij het afleggen ervan met behulp van een afdruk. De functies die het kaartje daarbij vervult zijn telkens verschillend. Bij het plannen van de route wordt het kaartje gebruikt om de locaties in te voeren of om de ligging van de ingevoerde locaties te controleren, bij de presentatie van het resultaat dient het routekaartje daarentegen met name als overzicht. Detailkaartjes geven een gedetailleerder beeld van delen van de route en zijn daardoor weer geschikt bij het afleggen van de route. De eisen die aan het kaartbeeld gesteld worden hangen sterk samen met de functie die het kaartje vervult en de bijbehorende informatiebehoefte van de gebruiker. Omdat het routekaartje en de routebeschrijving elkaar aanvullen, moet altijd worden afgewogen welke informatie het beste op het kaartje kan worden weergegeven en welke informatie het beste in de beschrijving kan worden opgenomen. En vervolgens is het van belang om na te gaan hoe die informatie het beste weergegeven kan worden. Routeplannergebruikers hebben behoefte aan duidelijke en overzichtelijke kaartjes op diverse schaalniveaus, niet alleen op het beeldscherm, maar ook op papier voor onderweg. Routeplanners moeten in deze behoefte voorzien.
Meer informatie over het onderzoek in het algemeen en de inhoud van de enquêtes in het bijzonder kan worden verkregen via de webpagina's van de projectgroep Routeplanners [URL 4].


Noten

Aan het onderzoek hebben naast de auteurs verder meegewerkt: Paul van Diepen, Nicoline Emmer, Patrick van Hoeijen, Robert Kieboom, Corné Louwers, Edward Mac Gillavry, Kasper Spiro, Julius Spit. Overige deelnemers in de Projectgroep zijn: Jacco den Hollander, Theo van der Sanden, René van der Schans, Heleen Simmelink, Willemijn Simon van Leeuwen, Jeroen van Winden.
1. De omschrijvingen zijn als volgt:
-Oriëntatiepunten: locaties die de gebruikers bij het afleggen van de route ter identificatie zouden kunnen benutten.
-Diensten: gelegenheden die de gebruikers onderweg zouden kunnen bezoeken. Onderscheiden worden algemene diensten (rustplaatsen, tankstations, restaurants enz.), toeristische diensten (musea, attracties, bezienswaardigheden enz.) en zakelijke diensten (bedrijven, congrescentra, universiteiten enz.).
-Persoonlijke adressen: adressen van familie, vrienden, kennissen, et cetera, die de gebruikers zelf hebben ingevoerd.
-Verkeersinformatie: informatie over files en wegwerkzaamheden.


Literatuur

-Poppe, E. (2001), Op weg met de routeplanner. Kartografisch Tijdschrift 2001.XXVII.3, pp. 16-20.


URL's

-URL 1 http://www.routenet.nl
-URL 2 http://www.anwb.nl
-URL 3 http://www.mapblast.com
-URL 4 http://www.kartografie.nl/kaartgebruik/routehome.nl

 


Sluit dit venster