De ontsluiting van oude kaarten op internet


M. Storms

Hyperlinks bij dit artikel staan vermeld bij de figuren en in de literatuurlijst.

TREFWOORDEN historische kartografie, digitale kartografie, onderzoek
KEYWORDS historic cartography, digital cartography, research
MOTS-CLÉS cartographie historique, cartographie numérique, recherche


Drs. Martijn Storms is werkzaam als junior docent-onderzoeker bij de disciplinegroep Kartografie van de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen aan de Universiteit Utrecht, Postbus 80.115, 3508 TC Utrecht, [t] 030-2531379, [e] m.storms@geog.uu.nl


Oude kaarten in archieven

In de rijks- en gemeentearchieven bevinden zich zeer veel oude kaarten. Naast gedrukte kaarten gaat het daarbij vaak om unieke handgetekende landmeterskaarten [Kok, 1985]. Ook de oudste kadasterkaarten van 1832 worden in de provinciale rijksarchieven bewaard. Het probleem voor de toekomst van deze bronnen is dat het materiaal in veel gevallen erg kwetsbaar is. Veel documenten zijn door de tand des tijds dermate aangetast, dat ze alleen door gedegen restauratie zijn te redden [Hesselink-Duursema, 1995]. In het verleden zijn de archiefstukken niet altijd even zorgvuldig bewaard, waardoor veel kaarten door bijvoorbeeld schimmel zijn aangetast. Ook waren veel kaarten eeuwenlang gebruiksvoorwerp, zoals de (pre)kadastrale kaarten, of hebben de fraaiste exemplaren, bijvoorbeeld de grote wandkaarten, aan de muur gehangen. Daarnaast is er materiaal aangetast of verdwenen door water- of oorlogsschade. Bovendien zijn niet alle kaarten op even stevig papier of perkament getekend. De kadasterkaarten van 1832 staan bekend om de zeer matige kwaliteit van het papier.
Veel oude kaarten zijn weliswaar in facsimile uitgegeven, maar het nadeel van facsimile's is dat ze doorgaans vrij prijzig zijn en dat de toegankelijkheid voor een breed publiek beperkt is.


Digitalisering van oud kaartmateriaal

Er dreigt een grote achterstand te ontstaan voor het cultureel erfgoed in de informatiemaatschappij. De ontwikkelingen in de samenleving maken digitalisering noodzakelijk [Schols, 2001]. Toch is er de laatste jaren al een trend ingezet om het archiefmateriaal, waaronder kaartmateriaal, te digitaliseren. Hierdoor gaat de informatie in ieder geval niet verloren voor de toekomst. Met name bij de handgetekende kaarten is dit van belang, omdat het hier unica betreft. De gedigitaliseerde oude kaart kan vervolgens op verschillende manieren toegankelijk gemaakt worden. Eén mogelijkheid is om cd-rom's uit te geven. Voor een aantal kaarten uit het Streekarchief Hollands Midden, Streekarchief Bommelerwaard en Regionaal Archief Rivierenland is dit in samenwerking met Tensing.SKS gebeurd. Een demo van de kaarten van één van deze cd-rom's is overigens ook via de site van Tensing.SKS beschikbaar (figuur 1). Het nadeel van publicatie met behulp van een cd-rom is de beperkte toegankelijkheid. De cd-rom zal immers eerst aangeschaft moeten worden. Bovendien is de capaciteit van een cd-rom beperkt. Een betere manier is ontsluiting via internet, hoewel ook hier het probleem van de bestandgrootte enigszins speelt.


(FIGUUR 1, digitaal)

Figuur 1. Internetsite van Tensing.SKS met demo van een cd-rom van het Streekarchief Bommelerwaard.
Bron: http://www.tensingsks.nl/Archief/index.htm.


Ontsluiting op internet

Het grote voordeel van ontsluiting op internet is de toegankelijkheid voor een zeer breed publiek. De aanbieder, in dit geval het archief dat oude kaarten beheert, moet zich wel bewust zijn van de eisen, of wensen, die de gebruiker aan de gescande kaarten stelt. Dit hangt altijd af van het doel waarvoor de kaart gebruikt wordt. In grote lijnen kunnen de gebruikers in twee hoofdgroepen onderverdeeld worden.
De eerste groep, de verkenners, gebruikt internet om een indruk te krijgen over welk kaartmateriaal een bepaald archief beschikt. Het archief moet in dit geval afbeeldingen van al het kaartmateriaal, inclusief de archiefbeschrijving, op internet aanbieden. In een ideale situatie moet dan via zoektermen in de volledige collecties gezocht kunnen worden.
De tweede groep gebruikers, de toepassers, wil daadwerkelijk onderzoek doen met het digitale kaartmateriaal. Dit stelt extra eisen aan de kwaliteit van de scans. De resolutie moet zo hoog zijn, dat de kaart bruikbaar is voor onderzoek. Er mogen dus niet te veel details verloren gaan. Erg belangrijk is dat de tekst op de kaarten nog goed leesbaar is. Bij de eerste groep gebruikers is dit minder relevant. Zij gebruiken het internet slechts voor het vooronderzoek om in het archief eventueel het origineel in te zien.
Het aantal archieven dat momenteel hun kaartencollectie presenteert op internet is echter nog beperkt. De digitalisering van archiefmateriaal bevindt zich nog in de beginfase, al is het wel duidelijk dat er veel ontwikkelingen gaande zijn op dit gebied. Het aanbod neemt snel toe.

Eén van de grote initiatieven die op dit gebied spelen is het landelijke digitaliseringsproject van de oudste kadasterkaarten van 1832. De organisatie die dit coördineert is de DIVA (Documentaire Informatievoorziening en Archiefwezen). In dit project worden alle 17.000 minuutplans en 1.000 verzamelplans, aanwezig in de verschillende provinciale rijksarchieven, gedigitaliseerd. Uiteindelijk is het de bedoeling dat deze minuutplans via internet opvraagbaar moeten zijn. Omdat het zeer grote aantallen scans betreft is het de vraag of de kwaliteit van de scans aan de wensen van de gebruikers kan voldoen. Het is denkbaar dat het internet in dit geval zal dienen voor een eerste verkenning (de eerste groep gebruikers), waarna een scan met een hogere resolutie via de site aangevraagd kan worden.


Nu al op internet

Ondanks dat de ontsluiting van oud kaartmateriaal op internet nog in de kinderschoenen staat is er toch al wel het één en ander te vinden op het gebied van historische kartografie op de digitale snelweg. Zo zijn er een aantal archieven die hun collecties, of delen daarvan, via internet ontsluiten. Indien dit beeldmateriaal betreft zijn er in sommige gevallen ook afbeeldingen via de site op te vragen. Ook antiquariaten die in oude kaarten handelen presenteren vaak afbeeldingen van hun kaarten op internet. Daarnaast is er op het gebied van de historische kartografie veel informatie over kaarten te vinden. Een aantal historisch-kartografische tijdschriften biedt bijvoorbeeld samenvattingen van artikelen, met afbeeldingen, op internet aan. Zo'n anderhalf jaar geleden is het tijdschrift Caert-Thresoor begonnen met de rubriek '@ la Carte', waarbij internetsites met betrekking tot de historische kartografie van Nederland behandeld worden [Heere & Storms, 2000-2002].

Een schitterend voorbeeld van oude kaarten op internet is te vinden op de site van de Library of Congress, de nationale bibliotheek van de Verenigde Staten (figuur 2). Een zeer uitgebreide kaartencollectie is te bekijken op deze site. Het probleem van de bestandsgrootte lijkt hier nauwelijks een rol te spelen. Er kan zeer ver op de afbeelding ingezoomd worden zonder dat de kaart onscherp wordt, doordat er gebruik gemaakt is van speciale compressietechnieken. De mogelijkheid tot ver inzoomen gaat bovendien gepaard met een redelijk hoge snelheid. De afbeeldingen kunnen in MrSID-formaat gedownload worden. Al met al is deze site één van de beste voorbeelden van hoe kaartmateriaal op internet ontsloten kan worden.

(FIGUUR 2, digitaal)

Figuur 2. Internetsite van de Library of Congress met een fragment van een Leo Belgicus.
Bron: http://memory.loc.gov/cgi-bin/map_item.pl.

Ook onze eigen nationale bibliotheek, de Koninklijke Bibliotheek (KB) in Den Haag, toont een gedeelte van haar kaartencollectie op haar internetsite. Het betreft een tweetal atlassen, te weten de Atlas Van der Hagen en de Beudeker Atlas (figuur 3). Hopelijk wordt er in de toekomst nog meer kaartmateriaal van de KB op deze wijze ontsloten.
Op de site van de KB is ook informatie te vinden over de wijze van digitalisering van het kaartmateriaal: evenals de Library of Congress en Tensing.SKS is er gebruik gemaakt van MrSID. Het digitaliseringsproces voor de Atlas Van der Hagen begint met het fotograferen van de originele kaarten. Deze foto's dienen als conserveringsmedium en als intermediair voor het scannen. De foto's zijn gescand op 400 dpi met een flatbed A3 scanner. Het resultaat zijn TIFF-bestanden met een grootte van ongeveer 150 mb. Tegelijkertijd zijn er thumbnails in GIF vervaardigd. De TIFF-bestanden zijn gecomprimeerd met behulp van compressiesoftware, gebaseerd op wavelet-technologie: Multi Resolution Seamless Image Database (MrSID). Deze software integreert verschillende resoluties van een digitaal beeld in een enkele file waardoor internetgebruikers steeds verder kunnen inzoomen en steeds meer detail te zien krijgen. Hoewel MrSID een 'lossy compressor' is, werden de beelden gecomprimeerd tot 35:1 zonder dat verlies van informatie merkbaar was [KB, 2002].

(FIGUUR 3, digitaal)

Figuur 3. Kaartenoverzicht van de Atlas Van der Hagen op de internetsite van de Koninklijke Bibliotheek.
Bron: http://www.kb.bl/galerie/indexatlas.html.

Een ander Nederlands voorbeeld is de Beeldbank Noord-Holland (figuur 4). Dit is een samenwerkingsverband tussen verschillende archieven in Noord-Holland die gezamenlijk hun beeldmateriaal op een internetsite hebben gezet. Deze site is nog steeds groeiende, maar er is nu al veel kaartmateriaal op te vinden. Wel betreft het hier maar een kleine, onleesbare, afbeelding van de kaart. Vanuit de gebruiker gezien is dit duidelijk een voorbeeld van het eerste verkennende type. De beschrijvingen van de archiefstukken zijn dan ook toegevoegd.

(FIGUUR 4, digitaal)

Figuur 4. Startpagina van de Beeldbank Noord-Holland.
Bron: http://www.beeldbank-nh.nl.


Toepassingen met oude kaarten

Bij oude kaarten op internet gaat het altijd om statische view-only kaarten. Het betreft altijd een scan van een bestaande analoge kaart [Kraak, 2001]. Met een dergelijke scan kan in principe niet meer gedaan worden dan met het originele archiefstuk. Een digitale omgeving als het internet biedt echter de mogelijkheid om een stap verder te gaan met de oude kaarten. Er kunnen verschillende 'tools' toegevoegd worden zodat de statische kaart interactief wordt gemaakt. Een groot aantal toepassingen is denkbaar die met het analoge materiaal niet tot de mogelijkheden behoorden.

Een specifieke internettoepassing is om van de oude kaart een klikbare kaart ('clickable map') te maken (figuur 5). Op deze manier kan er een zeer grote hoeveelheid informatie over de kaart of de inhoud daarvan aan de oude kaart gekoppeld worden. Aan specifieke locaties op de kaart kunnen tekstuele toelichtingen, foto's, tekeningen, andere kaarten of internetlinks toegevoegd worden. Figuur 5 toont hier een voorbeeld van. Op een plattegrond van Maastricht, uit het Toonneel der Steden (1652) van Blaeu [Welling, 2002], zijn een aantal belangrijke gebouwen met een stip gemarkeerd. Door hier op te klikken verschijnt er een afbeelding van het desbetreffende gebouw, in dit geval het stadhuis. Het is een prent van Jan Mathys, uitgegeven in 1664 door Frederik de Wit. Deze afbeelding is opgenomen in de Beudeker Atlas [KB, 2002].

(FIGUUR 5, digitaal)

Figuur 5. Een clickable map van Maastricht.
Bron: http://www.kb.nl/kb/galerie/indexatlas.html, http://grid.let.rug.nl/~welling/maps/mtricht.jpg.

Een andere, meer op GIS gerichte mogelijkheid is het geocoderen van een oude gescande kaart. Via punten op de oude kaart met bekende coördinaten kan er op deze wijze, met behulp van 'rubber sheeting' technieken een koppeling gemaakt worden met de moderne, topografische kaart. De oude kaart is in dit geval de 'slave' die aangepast wordt aan de moderne kaart, de 'master'. Het is overigens de vraag of 'rubber sheeting' bij oude kaarten gewenst is. Juist door deze techniek niet toe te passen bij het maken van een overlay komen eventuele vervormingen beter tot uitdrukking. Verwant aan het geocoderen is het toepassen van nauwkeurigheidsanalyses, zoals de cirkelmethode [Mekenkamp & Koop, 1986] op oude kaarten. Met behulp van de bekende punten zou ook een projectieherkenning tot de mogelijkheden moeten behoren.

Een derde toepassingsmogelijkheid is het maken van overlays. Dit is in feite een volgende stap na het geocoderen. Doordat een oude kaart van (een deel van) Nederland omgezet wordt naar RD-coördinaten kan deze als aparte laag onder een moderne topografische kaart worden gelegd. Als dergelijke lagen van meerdere oude kaarten van een bepaald gebied gemaakt worden, ontstaat er een bestand waarmee de ontwikkeling in de tijd, vanaf het jaartal van de oudste kaart, mogelijk wordt. Ook kan de moderne kaart, bijvoorbeeld een TOP10-vector bestand, als transparant lijnenbestand over de oude kaart heen gelegd worden, zodat een vergelijking mogelijk wordt.

Van de genoemde toepassingen is de 'clickable map' echt specifiek voor internet. De andere toepassingen zijn in een GIS-omgeving al langer mogelijk. De beschikbaarheid van oude kaarten op internet kan echter wel als stimulerend werken om deze toepassingen meer te gebruiken.


Conclusie

Digitalisering van archiefmateriaal, waaronder oude kaarten, is noodzakelijk om de toekomst van deze vaak unieke bronnen te garanderen. Door de gedigitaliseerde oude kaarten aan te bieden op internet wordt een zo groot mogelijk publiek bereikt. De meest geavanceerde compressiesoftware die publicatie op internet mogelijk maakt is de zogenaamde wavelet-technologie met het bijbehorend MrSID-formaat. De beste voorbeelden van ontsluiting van oude kaarten op internet zijn met behulp van deze software op het web gezet.
Het internet biedt meer mogelijkheden voor de historische kartografie dan alleen het ontsluiten van oud kaartmateriaal. Na de stap van het digitaliseren kunnen er legio toepassingen op oude kaarten uitgevoerd worden. Deze toepassingen lopen uiteen van het klikbaar maken van de kaart, waardoor er informatie aan bepaalde locaties gehangen kan worden, tot het geocoderen van oude kaarten, wat uiteindelijk leidt tot de mogelijkheid van een koppeling aan andere kaartbestanden.
De laatste jaren is er een duidelijke trend ingezet op het gebied van digitalisatie van oude kaarten. Hopelijk zal binnen het vakgebied van de historische kartografie meer aandacht worden geschonken aan de genoemde toepassingsmogelijkheden. Veel historisch-kartografisch onderzoek zal daardoor plaatsvinden op het raakvlak met GIS en moderne kartografie.


Literatuur

-Heere, E. & M. Storms (2000-2002), @ la Carte [internetrubriek], Caert-Thresoor 19, nr. 4, p. 117; Caert-Thresoor 20, nr. 1-4, pp. 21, 49, 69, 105, Caert-Thresoor 21, p. 26.
-Hesselink-Duursema, C.W. (1995), Manuscriptkaarten. Geodesia, 1995-3, pp. 143-147.
-KB (2002), Atlas Van der Hagen en Atlas Beudeker; het digitaliseren van de atlassen. [geciteerd 26 maart 2002]. URL: http://seagull.kb.nl/atlas/hbhelpinfo.pl?join=and&Thumb=true&count=10&helpinfopage=info&lang=dut.
-Kok, M. (1985), Oude kaarten in archieven. Spiegel Historiaal, dl. 20, pp. 61-69.
-Kraak, M.J. (2001), Settings and needs for web cartography. In: Kraak, M.J. & A. Brown (ed.), Web cartography; developments and prospects. London & New York: Taylor & Francis.
-Mekenkamp, P.G.M. & O. Koop (1986), Nauwkeurigheids-analyse van oude kaarten met behulp van de computer. Caert-Thresoor 5, nr. 3, pp. 45-52.
-Schols, W. (2001), Pictura Imaginis - Tensing.SKS; Digitaliseren op coördinaten; Reis van het verleden met de techniek vaan vandaag. In: Heere, E. & M. Storms (red.), Het kaartboek geopend. NVK: Amersfoort [NVK publikatiereeks 32].
-Vliet, A.P. van (red.) (1999), Kaartboek van de domeinen in het Westland; Floris Jacobszoon 1615-1634. Naaldwijk: Stichting Stimulering Historische Publikaties Westland.
-Welling, G.M. (2002), Dutch city maps from Blaeu's Toonneel der Steden [geciteerd 25 april 2002]. URL: http://odur.let.rug.nl/~welling/maps/blaeu.html.

 


Sluit dit venster