Web-GIS
en ontsluiting geodata Rijkswaterstaat directie Noord-Brabant
Ch. Stroeven & A. Venemans
TREFWOORDEN toegankelijkheid
van geografische informatie
KEYWORDS accessibility of geographical information
MOTS-CLÉS accessibilité de l'information géographique
Drs. Chiel Stroeven is Adviseur GIS-Kartografie bij de Meetkundige Dienst
van Rijkswaterstaat, Postbus 5023, 2600 GA Delft, [e] m.h.stroeven@mdi.rws.minvenw.nl.
Drs. Albert Venemans is GIS-coördinator van de Directie Noord-Brabant
van Rijkswaterstaat, Postbus 90157, 5200 MJ 's-Hertogenbosch, [e] b.a.venemans@dnb.rws.minvenw.nl.
Veel organisaties beschikken over grote hoeveelheden geografische gegevens.
'Beschikbaar' wil echter nog niet zeggen dat de betreffende gegevens ook
toegankelijk en dus te gebruiken zijn. Web-GIS biedt goede mogelijkheden
om een brede toegankelijkheid van geo-gegevens te realiseren. Hoe dat
bij directie Noord-Brabant van Rijkswaterstaat in z'n werk is gegaan wordt
in dit artikel beschreven.
Rijkswaterstaat en geo-gegevens
Voor het werk van
Rijkswaterstaat is veel informatie nodig. Net als bij andere organisaties
die verantwoordelijk zijn voor de inrichting en het beheer van de ruimte
gaat het daarbij in de meeste gevallen om plaatsgebonden, ofwel geografische,
informatie. Uiteraard heeft niet alleen Rijkswaterstaat zelf geo-informatie
over en voor de Rijkswaterstaatswerken nodig, maar juist ook burgers en
andere overheden.
Het gaat niet alleen om 'de concrete maatregel in het veld', maar met
name ook om de informatievoorziening ten dienste van besluitvorming en
realisatie. Deze informatie kan door andere afdelingen en overheden, maar
ook door burgers, worden gebruikt bij de integrale benadering van ruimtelijke
vraagstukken.
De werkprocessen van Rijkswaterstaat leveren dan ook in toenemende mate
informatie op als eindproduct. Informatie die optimaal toegankelijk moet
zijn, wil die efficiënt kunnen worden gebruikt. Welke acties er voor
Rijkswaterstaat directie Noord-Brabant zijn ondernomen om basale geo-informatie
dan wel de voor informatie benodigde basale gegevens optimaal toegankelijk
te krijgen, is onderwerp van dit artikel. Het artikel is een schriftelijke
weergave van een tijdens de NVK-studiedagen Web en Kartografie (april
2002) gehouden presentatie.
Geografische Basisinformatievoorziening
Veel gebruikte geo-gegevens
zijn opgenomen in het door de Meetkundige Dienst van Rijkswaterstaat beheerde
'Basispakket Geo-gegevens'. De gegevens in dit pakket (zie het kader 'Basispakket
Geo-gegevens V&W en basisgegevens directie Noord-Brabant') zijn centraal
aangeschaft of verworven en kunnen zonder verdere kosten worden gebruikt
ten behoeve van projecten van Verkeer en Waterstaat. Het bestaan van het
Basispakket Geo-gegevens betekent echter nog niet dat iemand ook daadwerkelijk
met die gegevens aan de slag kan gaan. Ten eerste zijn niet alle benodigde
basisgegevens in het Basispakket opgenomen of is de schaal en/of opbouw
van de wel in het pakket opgenomen gegevens niet optimaal voor het gebruik
door Rijkswaterstaat. Daarnaast dient men te beschikken over programmatuur
om iets met die gegevens te kunnen doen, bijvoorbeeld een GIS of CAD-programma
of een applicatie die de gegevens kan verwerken. Tot slot moet men beschikken
over kennis om met die programmatuur de gegevens te kunnen ontsluiten.
Om een optimale beschikbaarheid en toegankelijkheid van geografische basisgegevens
te realiseren, is binnen directie Noord-Brabant het project Geografische
Basisinformatievoorziening uitgevoerd. Eerst zijn de door de directie
benodigde basisgegevens bijeengebracht en beschikbaar gesteld op het computernetwerk,
vervolgens zijn deze gegevens ontsloten via het intranet van de directie.
|
Kader 1.
Het Basispakket Geo-gegevens V&W en basisgegevens directie
Noord-Brabant.
Het 'Basispakket
Geo-gegevens' bevat samengevat de volgende gegevens (per leverancier
gerangschikt):
-AHN, DTB's, Ecotopen, TopHoogteMD (MD Rijkswaterstaat)
-NWB-Wegen en NWB-Vaarwegen (AVV Rijkswaterstaat)
-Alle TopVector en TopRaster-producten (TDN)
-Bodemkaart, LGN, LKN, Signaleringskaart Aardkundige waarden (Centrum
voor Geo-informatie, LUW)
-Digitale statistiek bodemgebruik, CBS/TopGrenzen, Kerncijfers wijken
en buurten (CBS)
-Relatienotagebieden (LNV)
-De Nieuwe Kaart (St. Nieuwe kaart van Nederland).
In aanvulling
op het basispakket worden (samengevat) de volgende gegevens aangemerkt
als basisgegevens directie Noord-Brabant:
-Topografische bestanden. Deze zijn afgeleid van de topografische
bestanden van de TDN met als doel enerzijds om te voorzien in ontbrekende
schalen (1:100.000 en kleinschaliger dan 250.000) en anderzijds
om beter op de gebruiker afgestemde bestanden te verkrijgen.
-'Administratieve' bestanden. Bestanden met administratieve indelingen
die voor de regionale directie Noord-Brabant van belang zijn zoals
waterschapsgrenzen en grenzen van dienstkringen.
-Thematische bestanden. Dit zijn bestanden die gerelateerd zijn
aan de 'droge infrastructuur' (maximum snelheid, inhaalverboden,
kunstwerken), de 'natte infrastructuur' (vaarwegklassen, kunstwerken)
en de natuur (ecologische hoofdstructuur, stiltegebieden). Daarnaast
zijn er bestanden opgenomen die ook in het Basispakket Geo-gegevens
voorkomen. Het betreffen landsdekkende bestanden waaruit uitsneden
zijn gemaakt van het grondgebied van Noord-Brabant (LGN, De Nieuwe
Kaart).
|
|
Basisgegevens directie Noord-Brabant
Wat er aan gegevens
in welke vorm en op welke schaal beschikbaar moest komen is bepaald door
een directiebreed overleg van vertegenwoordigers op het gebied van de
geografische informatievoorziening. In dit zogenaamde GIV-Overleg zijn
alle afdelingen die zich bezighouden met het primaire werkproces van de
directie vertegenwoordigd. Bij de bepaling van de gegevensbehoefte is
vastgesteld, welke gegevens breed of afdelingsoverstijgend van belang
zijn en van welke gegevens eenduidige gegevensinhoud, gegevensopbouw en
kwaliteit noodzakelijk is. Daarbij ging het zowel om topografische als
om thematische gegevens.
Bij de topografische gegevens kon veelal worden volstaan met het direct
beschikbaarstellen van gegevensbestanden uit het hiervoor genoemde Basispakket
Geo-gegevens. In enkele gevallen was aanpassing van deze bestanden echter
noodzakelijk. Het doel waarmee de basisgegevens uit het Basispakket zijn
opgebouwd, komt immers niet altijd overeen met het doel dat Rijkswaterstaat
met het gebruik heeft. Top250Vector levert een prima wegenkaart, maar
op die kaart is niet te zien wie de wegbeheerder is. Dat was in het verleden
voor verschillende afdelingen van directie Noord-Brabant aanleiding om
zelf een wegenkaart 1:250.000 samen te stellen, waarin het onderscheid
tussen 'rijkswegen' en 'provinciale wegen' was opgenomen. Om dergelijk
dubbelwerk en meervoudig beheer van basisgegevens te voorkomen, zijn de
noodzakelijke aanpassingen op centraal niveau uitgevoerd. Hetzelfde is
gedaan met de door het GIV-Overleg gewenste thematische basisgegevens.
Op basis van veelal door directie Noord-Brabant zelf geleverde gegevens
zijn door de Meetkundige Dienst kant-en-klare basisbestanden samengesteld,
die een specifiek thema op eenduidige wijze beschikbaar stellen.
Na uitvoeren van dergelijke
mutaties en aanvullingen is een goed op elkaar afgestemde en goed te beheren
set basisgegevens beschikbaar gekomen. Met daarbij de mogelijkheid om
die basale gegevensset enkelvoudig, op centraal niveau binnen de directie,
te beheren. Een overzicht van de op dit moment beschikbare basisgegevens
is terug te vinden in figuur 1.
De gegevens zijn directiebreed toegankelijk, dus ook vanuit de decentrale
vestigingen in de provincie, vanaf een centrale server. Gebruikers van
GIS-programma's als bijvoorbeeld ArcView kunnen vanuit het programma rechtstreeks
gebruik maken van de op deze server opgeslagen gegevens.
Welke gegevens in het bestand zijn opgenomen en hoe het bestand met deze
gegevens is opgebouwd is goed beschreven, zodat eventuele nieuwe mutaties
efficiënt kunnen worden uitgevoerd. Wensen voor aanpassingen (zowel
voor wat betreft de gegevensinhoud als de samenstelling van het pakket
basisgegevens) worden bijgehouden door de geo-gegevensbeheerder van de
directie. Na instemming van het directiebrede overleg van GIV-vertegenwoordigers
leiden deze wensen tot de verlangde aanpassingen.
(FIGUUR 1, zwart-wit)
Figuur 1. Basisgegevens
directie Noord-Brabant.
Toegankelijkheid basisgegevens
Dat daarmee veel benodigde
gegevens beschikbaar zijn, garandeert als gezegd nog niet dat de gegevens
ook daadwerkelijk (kunnen) worden gebruikt. Ten eerste moet bekend zijn
dat de gegevens beschikbaar zijn, wat de gebruiksmogelijkheden zijn en
waar ze vandaan kunnen worden gehaald. Al die informatie is in principe
te vinden in het op het intranet van de directie draaiende meta-informatiesysteem
GeoKey. Ten tweede moeten personen die de gegevens willen gebruiken beschikken
over kennis en apparatuur om daadwerkelijk toegang tot de gewenste gegevens
te krijgen. Laagdrempelige toegang tot die gegevens is daarbij van belang.
Niet alleen moeten de gegevens op eenduidige wijze op het netwerk te vinden
zijn. Ze moeten ook gebruiksklaar zijn; in het goede data-formaat zodat
de gegevens zonder conversie kunnen worden gebruikt en de legenda's erbij
geleverd zijn.
Medewerkers die beschikken over een GIS-applicatie en weten hoe ze daarmee
moeten werken zijn hiermee in staat om daadwerkelijk gebruik te maken
van de gegevens. Dat geldt niet voor de medewerkers die geen GIS-kennis
hebben en ook niet beschikken over bijvoorbeeld ArcView of een GIS-gerelateerde
applicatie. Het gaat daarbij feitelijk om iedere medewerker die 'wel eens
een kaartje nodig heeft' en daarnaast om medewerkers of projectleiders
die opdrachtgever zijn van uitbestedingen waarbij geo-gegevens moeten
worden geleverd of geo-informatie moet worden opgeleverd. Al deze personen
hebben behoefte aan geografische gegevens of kant-en-klare informatie,
al is het maar om een overzichtskaartje in een rapport op te kunnen nemen
of de opgeleverde informatie op een ondergrondkaartje weer te kunnen geven.
Zij hebben echter noch de middelen, noch de kennis om uit de in principe
beschikbare geo-gegevens bruikbare informatie te halen.
Om de benodigde gegevens ook voor deze groep daadwerkelijk beschikbaar
te krijgen is gekozen voor de implementatie van een web-GIS (in het geval
van directie Noord-Brabant ArcIMS), waarmee de basisgegevens als voor
iedereen toegankelijke kant-en-klare kaarten worden aangeboden op het
intranet. De eigenlijke GIS-software draait daarbij op een centrale server
op het netwerk en de gebruikers hebben alleen een web-browser (als bijvoorbeeld
Internet Explorer) nodig, om de door de server gegenereerde kaarten op
het scherm te krijgen en te interacteren met de op het scherm getoonde
gegevens. In het kader worden de redenen samengevat, die de directie Noord-Brabant
had om voor web-GIS te kiezen bij de ontsluiting van geo-gegevens. (waarom
worden die redenen niet ook hier genoemd?)
|
Kader 2.
Web-GIS en directie Noord-Brabant
Argumenten
voor de implementatie van web-GIS:
-Beheer software: geen specialistische software nodig bij de gebruiker
(kostenbesparend en eenvoudiger beheer).
-Het aantal gebruikers is eenvoudig uit te breiden.
-Dataverkeer beperkt (GIF/JPG wordt overgestuurd, geen vectordata).
-Kan ook ingezet worden voor communicatie naar buitenwereld toe.
-Gebruikersvriendelijk. Gegevens worden als kant-en-klare kaarten
aangeboden. Als de kaarten goed zijn opgebouwd komt niet zozeer
een basisgegeven beschikbaar maar op de organisatie afgestemde,
direct bruikbare informatie. Afhankelijk van de in de kaart aangeboden
functionaliteit kan een gebruiker de kaart op eenvoudige wijze aanpassen
of eigen gegevens toevoegen.
-Uniforme toegankelijkheid (iedereen heeft toegang tot dezelfde
gegevens).
-Beheer data: gegevens maar op één plek bij te houden
en goede controle op beschikbaarstelling.
N.B. De drie laatstgenoemde voordelen zijn ook te behalen door bijvoorbeeld
een ArcView-applicatie met bijbehorende gegevens en legenda- en
projectfiles aan te bieden op het netwerk.
Typen kaarten
(of mapservices) die worden aangeboden:
-Uitgebreide topografie in kleur
-Uitgebreide topografie in grijs
-Vereenvoudigde topografie in kleur
-Vereenvoudigde topografie in grijs
-Luchtfoto's en satellietbeeld
-Autowegen (kaarten met inhoud die aan autowegen gerelateerd zijn)
-Vaarwegen (kaarten met inhoud die aan vaarwegen gerelateerd zijn)
-Administratieve grenzen (kaarten met inhoud die verschillende administratieve
indelingen tonen).
|
|
Implementatie van
web-GIS
Bij de implementatie
van web-GIS gaat het zowel om de implementatie van de technische infrastructuur,
als om het beschikbaar krijgen van de inhoud; de interactieve kaarten.
Een snel netwerk en de juiste hard- en software zijn bepalend voor een
goed functionerend web-GIS. Hierbij gold dat de software bepalend zou
zijn voor de te installeren hardware. Een hoogwaardig netwerk was reeds
aanwezig. Wat betreft de software viel de keuze op ArcIMS. Dit programma
kwam bij de start van het project (najaar 2000) naar voren als het pakket
dat het beste voldeed aan de vooraf door directie Noord-Brabant gestelde
eisen. Welke ervaringen er mee zijn opgedaan kunt u lezen in de laatste
paragraaf van dit artikel.
Vervolgens moeten middels een applicatie de interactieve kaarten worden
ontsloten. Net als bij de vervaardiging van statische kaarten is gebruik
gemaakt van kaartmodellen. Het verschil wordt gevormd door de interactiviteit
en het daaruit voortvloeiende dynamische karakter van de kaart. Die brengt
met zich mee dat vooraf moet worden vastgesteld welke dynamiek en interactiviteit
met de web-GIS kaarten verlangd wordt. Het hele implementatietraject van
de interactieve kaarten, hier mapservices genoemd, zal hierna worden beschreven.
Ten eerste het vaststellen van de gewenste functionaliteit, de kaartinhoud
en het kaartmodel, vervolgens de gegevensvoorbereiding en tot slot de
bouw van de applicatie. In de laatste paragraaf wordt aandacht geschonken
aan hoe het beheer en onderhoud van het web-GIS is geregeld en welke ondersteuning
bij de applicatie wordt geboden.
Vaststellen functionaliteit
Bij de start van het project was al bepaald aan welke functionaliteit
gebruikers op hoofdlijnen behoefte zouden hebben. Om een nauwkeuriger
beeld te krijgen van de gewenste mapservices met de daarin op te nemen
functionaliteit is in het najaar van 2001 aan de hand van een eerste demo-versie
van het web-GIS, een enquête gehouden onder vertegenwoordigers van
het GIV-overleg.
Uit de enquête kwam naar voren dat het grootste deel van de toekomstige
gebruikers slechts behoefte heeft aan beperkte GIS-functionaliteit. Voor
het grootste deel van de gebruikers volstaat het in- en uitzoomen en het
kunnen verschuiven van de kaart. Daarnaast bleek er behoefte te zijn aan
het kunnen meten van afstanden in de kaart, aan het als plaatje in bijvoorbeeld
Word of PowerPoint op kunnen nemen van een getoond kaartje en het door
de gebruiker toe kunnen voegen van eigen geografische gegevens aan een
website. In de huidige versie van het web-GIS blijft de functionaliteit
hiertoe beperkt. In een later stadium zal bekeken worden of een 'expert'-versie
van het web-GIS met meer functionaliteit gewenst is, of dat deze behoefte
grotendeels al wordt afgedekt met de bestaande GIS-software.
Er is een bewuste keuze gemaakt om de kaarten te presenteren vanuit rasterdata
en niet vanuit vectordata, vanwege de eenvoud voor de gebruiker. De topografie
wordt nu getoond in één kaartlaag waar in het geval van
vectordata vele lagen zichtbaar zouden zijn. Voor een eventuele 'expert'-versie
van de applicatie zal de wenselijkheid onderzocht worden om de topografische
vectorbestanden te ontsluiten, waarbij dan wel lagen aan en uit kunnen
worden gezet.
Een ander voordeel van rasterdata is de hogere performance vergeleken
met vectordata. Een kaart die is opgebouwd uit veel verschillende elementen
uit verschillende lagen vraagt veel rekentijd op de server. Een nadeel
van rasterbestanden is dat de leesbaarheid ervan op het beeldscherm bij
in- en uitzoomen vrij snel verslechtert. In de paragraaf 'gegevensvoorbereiding'
wordt behandeld wat er aan gedaan is om dit te ondervangen.
Vaststellen kaartinhoud
De lijst met basisgegevens van de directie Noord-Brabant (figuur 1) vormde
het uitgangspunt bij het bepalen welke gegevens in het web-GIS beschikbaar
moesten komen. Om deze gegevens op een gestructureerde manier aan te kunnen
bieden in het web-GIS was het nodig deze te ordenen en schaalafhankelijk
te maken. Figuur 2 is hier een weergave van.
(FIGUUR 2, zwart-wit)
Figuur 2. De ordening
van basisgegevens tot dynamische web-data. Een set basisgegevens met een
zelfde thema (in dit geval 'administratieve grenzen') wordt, afgebeeld
op een topografische ondergrond, gecombineerd aangeboden in één
mapservice ('ms admin.grenzen'). Afhankelijk van de nauwkeurigheid van
een bestand wordt het in een bepaald schaalbereik getoond.
De verschillende basisgegevens
zijn gecategoriseerd naar thema, om ze vervolgens vanuit een passende
thematische mapservice te kunnen ontsluiten. De voor de directie relevante
bestuurlijke grenzen, van waterschapsgrenzen tot de grenzen van politieregio's,
zijn zo bijvoorbeeld opgenomen in de mapservice 'administratieve grenzen'.
Naast thematische mapservices zijn er ook een groot aantal topografische
bestanden, luchtfoto's en een satellietbeeld beschikbaar in een aantal
mapservices 'ondergrondkaarten'. Deze mapservices zijn specifiek bedoeld
om de gebruiker zijn eigen data over de in deze mapservices getoonde kaarten
heen te laten projecteren. Uiteindelijk zijn er acht mapservices gedefinieerd
waarin thematische of topografische kaarten op interactieve wijze worden
gepresenteerd. Op de website van het KT (www.kartografie.nl) kunt u uitgebreid
kennis maken met de verschillende mapservices.
De nauwkeurigheid van een gegevensbestand bepaalt op welk schaalbereik
het betreffende gegeven kan worden gepresenteerd. De opgave is om de overgangen
tussen de verschillende bestanden zo vloeiend mogelijk te laten verlopen,
zodat de gebruiker hier zo weinig mogelijk van merkt. Een probleem waar
men al snel tegen aanloopt is dat de leesbaarheid van rasterbestanden
op een beeldscherm met name bij uitzoomen vrij snel verslechtert. Deze
eigenschap bepaalt grotendeels de grens van de overgang tussen twee bestanden.
Als gevolg hiervan worden bestanden op een schaal afgebeeld waarop afbeelding
van een nauwkeuriger bestand wenselijker zou zijn geweest. Zoals figuur
2 laat zien wordt het Top50Raster bestand reeds getoond vanaf 1:30.000
en wordt vanaf 1:75.000 overgegaan op een weergave van het Top250Raster-bestand.
Kaartmodel
Het realiseren van een laagdrempelige toegang tot de benodigde geografische
gegevens voor iedere medewerker is enerzijds bewerkstelligd door slechts
een beperkt aantal functies beschikbaar te stellen ('overdaad schaadt')
en de data te ordenen en schaalafhankelijk te maken en anderzijds door
de data als kant en klare kaarten aan te bieden: data staat er zoveel
mogelijk als informatie.
Aan een dergelijke kaart ligt een kaartmodel ten grondslag. De grafische
variabelen die voor de papieren kartografie gelden, zijn grotendeels ook
van toepassing voor het beeldscherm. Deze regels zijn ook toegepast in
de web-GIS applicatie van de directie Noord-Brabant. De kartografische
symbolisatie is vastgelegd in kaartmodellen zoals weergegeven in figuur
3. In deze figuur is de kartografische symbolisatie van de topografische
ondergrond en het thema 'Beheergrenzen dienstkringen' op het schaalbereik
1:350.000 - 600.000 en > 600.000 te zien. Ondanks de overeenkomsten
met de papieren kartografie is rekening gehouden met een aantal karakteristieken
van het electronische medium, te weten de beperkte resolutie van het beeldscherm
(teksten!), de beeldschermkleuren (RGB waardes) en het schaalbereik (symbolisatie
moet voldoen binnen het gehele bereik). Het resultaat van het kaartmodel
uit figuur 3 is de kaart in figuur 4. De teksten zijn waar mogelijk gegenereerd
uit labels van vectorbestanden, zodat ze goed leesbaar blijven.
(FIGUUR 3, zwart-wit)
Figuur 3. Fragment
uit de inhoud van mapservice 'administratieve grenzen'. Weergegeven is
de kartografische symbolisatie van de topografische ondergrond en het
thema 'Beheergrenzen dienstkringen' op weergaveschaal 1:350.000 - 600.000
en >1:600.000.
(FIGUUR 4, kleur)
Figuur 4. Mapservice
administratieve grenzen. Resultaat van het kaartmodel uit figuur 3.
Gegevensvoorbereiding
Om de data beschikbaar te krijgen op het web moest een aantal zaken zijn
geregeld. Ten eerste moesten de te presenteren geo-gegevens in digitale
vorm beschikbaar zijn. Voor zover dat niet het geval was zijn de gegevens,
als beschreven, gedigitaliseerd of opgebouwd. Ten tweede moesten de beschikbare
gegevens in veel gevallen nog worden afgestemd op de wijze waarop ze zouden
worden gepresenteerd. Zo moesten sommige gegevens worden gegeneraliseerd,
geherstructureerd (het opsplitsen van bestanden t.b.v. een duidelijke
presentatie) of, in geval van rasterkaarten, worden omgezet van kleur
naar grijs voor een optimale hiërarchie in de kaart. Al deze bewerkingen
zullen nader worden toegelicht.
Ten derde is de wijze waarop de gegevens zijn opgeslagen afgestemd op
het specifiek te implementeren web-GIS, in dit geval ArcIMS. Het ging
daarbij ten eerste om het opslagformaat. De digitale kleuren luchtfoto's
van Nederland DKLN zijn, om de bestandsgroottes terug te brengen, omgezet
van TIFF naar MrSID-formaat. Verder zijn de vectorbestanden t.b.v. een
optimale performance zo ver mogelijk opgeschoond door overbodige attribuutgegevens
te verwijderen.
Tot slot is bij deze 'gegevensafstemming' ook gekeken naar de mogelijkheid
om de te presenteren gegevens op te nemen in een relationele database.
Bij directie Noord-Brabant is er echter vooralsnog voor gekozen om de
basisgegevens in een file-structuur op te slaan. In de toekomst zal worden
bezien of, en zo ja wanneer, een overgang naar opslag in een relationele
database van nut is voor de directie Noord-Brabant.
Het schaalniveau waarop de basisgegevens gepresenteerd worden varieert
van ongeveer 1:1.000.000 tot 1:10.000. Om gegevens op een dergelijk groot
schaalbereik juist te kunnen presenteren is generalisatie onontbeerlijk.
Gelukkig zijn de voor de ondergrond gebruikte bestanden van de Topografische
Dienst Nederland beschikbaar in een schaalbereik van 1:10.000 tot 1:250.000.
Om ook op een kleiner schaalniveau kaarten beschikbaar te hebben heeft
de Meetkundige Dienst in het verleden het Top250Vector bestand verder
gegeneraliseerd voor een weergave op 1:500.000 en 1.1.000.000. Deze bestanden
zijn t.b.v. het web-GIS van de directie Noord-Brabant kartografisch opgemaakt
en vervolgens verrasterd tot een tweetal bestanden (figuur 2 H5 en I5).
Om de overgang van het drukke kaartbeeld van de Top250Raster naar de kleinschaligere
kaarten niet te abrupt te maken is voor het schaalbereik 200.000 - 350.000
een selectie uit het Top250Vector opgemaakt en verrasterd (figuur 2 F5).
Het toepassen van hiërarchie in een kaart houdt in dat de belangrijke
elementen benadrukt worden en minder belangrijke worden weggedrukt. In
thematische kaarten is de topografische ondergrond in veel gevallen van
ondergeschikt belang. Om deze reden kan de gebruiker in de ontwikkelde
applicatie niet alleen kiezen voor een topografische ondergrond in kleur
maar ook in grijs. Daarnaast heeft de gebruiker zelf de mogelijkheid om
het contrast van de ondergrond te regelen. Figuur 5 laat zien dat de leesbaarheid
sterk toeneemt door een kleurenondergrond voor 75% transparant te maken.
(FIGUUR 5, kleur)
Figuur 5. De gebruiker
heeft zelf invloed op de leesbaarheid van de kaart door de ondergrond
deels transparant te maken.
Tot slot is er ten
behoeve van de eenvoud in gebruik een aantal topografische bestanden geherstructureerd.
Dit zal worden toegelicht aan de hand van het Top10Vector bestand. Per
kaartblad bestaat het uit vier bestanden. Eén van die bestanden
bevat de infrastructuur die er met de standaard meegeleverde legenda's
uitziet als de hoofdkaart in figuur 6. Voor de doelgroep van het web-GIS
van de directie Noord-Brabant is de legenda enerzijds nodeloos ingewikkeld
en anderzijds is het kaartbeeld lastig aan te passen. Om die reden is
het Top10Vector-bestand geherstructureerd en opgedeeld in aparte, gemakkelijk
te herkennen kaartlagen die de gebruiker aan- en uit kan zetten (zie de
inzet-legenda in figuur 6). Op dit moment wordt, zoals eerder gemeld,
nog geen gebruik gemaakt van vector-bestanden in het web-GIS. De geherstructureerde
bestanden zijn echter wel centraal opgeslagen op de server en voor een
ieder beschikbaar. Ook de meer ervaren GIS-gebruikers kunnen hun voordeel
doen met deze bestanden.
(FIGUUR 6, kleur)
Figuur 6. Herstructurering
van het Top10Vector-bestand. Links de oorspronkelijke legenda van het
bestand; rechts de legenda na herstructurering. Het is nu gemakkelijk
om bijvoorbeeld alleen de snelwegen te tonen.
Bouw van de applicatie
Het web-GIS is ontwikkeld met ArcIMS versie 3.1 en er is gebruik gemaakt
van de standaard meegeleverde Java-viewer. ArcIMS bestaat uit een module
om de applicatie te 'managen' (de 'manager') en een module om de kaarten
samen te stellen en op te maken (de 'author'). Deze laatste module is
gebruikt om aan de hand van de kaartmodellen de instellingen voor de kaartweergave
vast te leggen in een kaartconfiguratiebestand. Met de 'manager' kan vervolgens
een mapservice aangemaakt worden op basis van het kaartconfiguratiebestand.
Tenslotte kan met deze module een standaard website gebouwd worden waarin
de gewenste mapservice wordt getoond. In principe kan men op deze manier
op eenvoudige wijze stap voor stap een standaard website maken. In veel
gevallen is aanvullend programmeerwerk echter noodzakelijk. Zo is voor
dit project het kaartconfiguratiebestand handmatig bewerkt omdat niet
alles via de 'author' is in te stellen en is in HTML de opmaak aangepast
en een enkele functionaliteit aan de website toegevoegd.
De keuze voor de Java-viewer is gebaseerd op het feit dat de Java-viewer
standaard veel meer functies bevat dan de HTML-viewer, waaronder het kunnen
toevoegen en kartografische vormgeven van eigen data (figuur 7). Het nadeel
van de Java-viewer is dat er een 'zware' client is vereist en aanvullende
software bij de client geïnstalleerd moet worden. In een internet-omgeving
kan dit problematisch zijn. Het intranet van directie Noord-Brabant is
echter dermate hoogwaardig dat de inzet van Java geen probleem is. Helaas
gaf de installatie van de aanvullende software in de huidige omgeving
dermate veel problemen dat er vooralsnog ook een HTML-versie van het web-GIS
draait (met minder functionaliteit dan de Java-versie).
(FIGUUR 7, kleur)
Figuur 7. De applicatie
biedt de mogelijkheid zelf data toe te voegen aan een kaart (venster rechtsboven)
en een kartografische symbolisatie te kiezen (venster in het midden).
Aandachtspunt is verder
de koppeling tussen de meta-informatie en het web-GIS. Op dit moment bestaat
er geen directe koppeling tussen het meta-informatiesysteem GeoKey en
het web-GIS. Deze koppeling is wel gewenst, waardoor het mogelijk wordt
'on the fly' een kaart te tonen van het in GeoKey gekozen bestand. En
vanuit ArcIMS moet m.b.v. GeoKey data zijn toe te voegen aan de betreffende
kaart.
De lay-out van de web-GIS applicatie is eenvoudig gehouden en sluit aan
op de huisstijl van de directie Noord-Brabant.
Beheer
De geo-gegevensbeheerder van directie Noord-Brabant is verantwoordelijk
voor het beheer en onderhoud van het web-GIS en de inhoud daarvan. Doordat
de gegevens op één centrale plek zijn opgeslagen is het
actualiseren van de bestanden een stuk overzichtelijker geworden. Hebben
de geactualiseerde bestanden de oude bestanden eenmaal vervangen dan zijn
daarmee de kaarten in het web-GIS ook automatisch geactualiseerd. De gegevensbeheerder
heeft ter ondersteuning allerlei overzichten tot zijn beschikking. Deze
overzichten beantwoorden vragen als: wat is de indeling van de dataserver
(waar staan welke bestanden?), welke bewerkingen heeft een bestand ondergaan
en wat is de inhoud van elke mapservice (zie figuur 2)?
Met de modules van ArcIMS is het eenvoudig om nieuwe kaarten toe te voegen
aan bestaande of nieuwe mapservices. Aan de hand van de kartografische
modellen (zie figuur 3) wordt de consistentie bewaakt van de kartografische
opmaak. Ook het in een later stadium toevoegen van nieuwe functionaliteit
aan de applicatie is, voor zover deze functionaliteit standaard aanwezig
is in ArcIMS, eenvoudig te realiseren.
Om de medewerkers van directie Noord-Brabant te ondersteunen in het gebruik
van het web-GIS is een help-functie ingebouwd. Daarnaast is informatie
over het web-GIS terug te vinden op het intranet van de directie via het
'Geo-plein'. Tot slot is er een helpdesk voor technische en inhoudelijke
vragen.
Tot slot...
Het blijkt dat met
de daadwerkelijke implementatie van web-GIS met weinig moeite een brede
toegankelijkheid van voor de organisatie essentiële geografische
gegevens te realiseren is. Door deze bredere en laagdrempelige toegang
tot gegevens is een betere benutting mogelijk van het kapitaal aan gegevens
dat de organisatie in huis heeft. Web-GIS maakt het beschikbaar stellen
van een uitgebreide set GIS-tools op iedere werkplek mogelijk. Het bleek
echter dat de meest basale functionaliteit als het aanpassen van de kaartinhoud
en het verschalen en het opvragen van gegevens uit de kaart, toereikend
waren om in het grootste deel van de behoeften te voorzien. En juist die
eenvoudige tools zijn eenvoudig te implementeren.
Er waren echter ook tegenvallers. Zo bleek er veel tijd nodig te zijn
om de gegevens voor te bereiden op de ontsluiting via het web-GIS. Deze
werkzaamheden waren echter ook nodig om het gebruik van de gegevens via
het netwerk vanuit desktop-applicaties mogelijk te maken, en staan feitelijk
los van het web-GIS. Ook kostte het moeite om de gewenste kaartinhoud
in combinatie met de interactiviteit en functionaliteiten vast te stellen.
De doelgroep van de kaarten is breed en die brede doelgroep had bij de
start van het project geen of nauwelijks ervaring met interactieve kaarten
en de toepassingsmogelijkheden in het eigen werk.
Een nadeel was ook de nieuwheid van de software. Ontwikkelingen en software-versies
volgen elkaar snel op, waardoor software veelal niet volledig uitgekristalliseerd
leek. En fouten en tekortkomingen en mogelijkheden om deze op te lossen
of te omzeilen waren niet altijd bij de leverancier bekend.
Problemen waren er ook met het beschikbaar krijgen van de Java-functionaliteit.
De standaardinstallatie van Java op de pc van de gebruiker, nodig om websites
te bekijken waarin Java-functionaliteit is opgenomen en standaard aanwezig
in het bij de directie gebruikte Internet Explorer, bleek niet te voldoen
voor dit web-GIS. Het vergde een op het web-GIS afgestemde installatie
van Java op elke pc van de directie. Op een intranet zijn deze problemen
nog te ondervangen, bij internet is dat lastiger. Tot slot waren er problemen
bij de koppeling met de meta-gegevenscatalogus. De van te voren gewenste
mate van integratie is op dit moment slechts mogelijk met maatwerkoplossingen,
waarvoor niet is gekozen gezien de snelheid waarmee de ontwikkelingen
op dit gebied gaan.
|