Kartografie en het WWW,
geïllustreerd aan de hand van de atlas


M.J. Kraak

Klik hier voor alle hyperlinks bij dit artikel


TREFWOORDEN world wide web, web atlas, nationale atlas
KEYWORDS World Wide Web, web atlas, national atlas
MOTS-CLÉS le Réseau, atlas national


Prof. dr. M.J. Kraak, ITC, Instituut voor Geo-informatie wetenschappen en aardobservatie, Postbus 6, 7500 AA Enschede, [e] kraak@itc.nl


Het belang van het World Wide Web voor de kaart

In het verleden was het maken van kaarten het domein van de kartograaf alleen. De vakkennis van de kartograaf stond, en staat, garant voor producten van hoge kwaliteit. Sinds de opkomst van geografische informatie systemen (GIS) is er een uitbreiding te zien van het aantal mensen dat betrokken is bij de productie van kaarten. Volgens sommigen zijn de resultaten niet altijd goed, maar men moet niet vergeten dat deze ontwikkeling tevens een enorme toename van kaarten en belangstelling voor kaarten teweeg heeft gebracht. Met de revolutie rond het World Wide Web (verder WWW of web genoemd) herhaalt de geschiedenis zich. Iedereen met toegang tot het web kan nu kaarten maken. De kaart wordt nog meer dan voorheen gemeengoed en er worden er tientallen miljoenen per dag gemaakt. De veelheid aan functies die de gebruiker ten diensten staan bij het maken van een eigen webkaart betekent overigens wel dat de aanbieder van de gegevens en karteringsmogelijkheden niet altijd meer weet hoe de kaart er aan de gebruikerszijde uit komt te zien. Dit is voor de kartograaf misschien een beangstigende gedachte, en daarom verdienen de kaartontwerpfuncties die men aanbiedt speciale aandacht.

Voor velen is het web tegenwoordig een van de belangrijkste bronnen van informatie. Hierbij moet men zich overigens realiseren dat er niet altijd een kwaliteitslabel hangt aan wat men op het web vindt. Ten opzichte van de traditionele media is extra waakzaamheid geboden, maar aan de andere kant biedt het web nieuwe interactieve mogelijkheden voor de verspreiding van ruimtelijke gegevens en kaarten. Dit heeft ook gevolgen voor de manier waarop men de ruimtelijke gegevens aanbiedt en zelfs gebruikt. Voorbeelden zijn meer keuzemogelijkheden voor gebruikers die allerlei (geo-)informatie met elkaar combineert, maar bij de aanmaak van die gegevens is daaraan nooit gedacht. Bovendien biedt het web haast vanzelfsprekend de mogelijkheid om multimedia elementen met de kaart te combineren.

Wat zijn de belangrijkste argumenten om de kaart via het web aan te bieden? Van groot belang is dat informatie aangeboden via het web nagenoeg platform-onafhankelijk is. Bovendien kunnen tegen minimale kosten vele gebruikers tegelijkertijd worden bereikt. Daarnaast is het relatief eenvoudig om de kaarten bij te houden. Dit laatste argument gaat trouwens alleen op wanneer de organisatie die de gegevens aanbiedt ook het interne bijhoudingssysteem goed georganiseerd heeft. Een bijhoudingscyclus van tien jaar wordt er niet opeens een van weken doordat men de kaarten op het web aanbiedt. Een trage bijhoudingscyclus kan worden veroorzaakt door zowel interne als externe factoren. Een voorbeeld van het eerste is dat werkwijze en verzamelmethodieken de snelle veranderingen niet kunnen bijhouden. Een voorbeeld van het tweede kan zijn dat men het maatschappelijk onwenselijk vindt te investeren in methoden waarmee het direct bijhouden van veranderingen wel mogelijk is.

Heel belangrijk is bovendien de eerder genoemde mogelijkheid de kaart op een interactieve en dynamische manier aan te bieden. Dit heeft, zoals verder in dit artikel wordt uitgelegd, geleid tot nieuwe karteringstechnieken met mogelijkheden die voorheen niet denkbaar waren. Overigens is het goed zich te realiseren dat (nog) niet iedereen toegang heeft tot het web. Deze tweedeling in al dan niet on-line zijn kan op verschillende schaalniveaus bekeken worden. Op wereldschaal lijkt de toegang in Nederland prima geregeld en is men in Afrika heel wat minder af, maar binnen Nederland bestaan ook tegenstellingen, al zijn die soms van een andere aard. In de stedelijke gebieden heeft men toegangsmogelijkheden via de kabel, terwijl het platteland dergelijke faciliteiten ontbeert en men het daar met een modem moet doen. Bij het aanbieden van geo-informatie via het web is het ook van belang rekening te houden met de aard van de mensen die het web gebruiken. Die zijn vaak ongeduldig. Lange wachttijden doen de interesse verliezen. Bovendien verwacht men recente informatie, waarbij men eerder aan weken dan maanden geleden ververst denkt. Daarnaast worden webpagina's waar niet te klikken valt gauw als saai beschouwd. Allemaal zaken waarmee men bij het ontwerp van webpagina's en webkaarten rekening moet houden. Een ander, terecht, verwachtingspatroon van de gebruiker is een direct antwoord op maat en niet langer afhankelijkheid van een beperkt of star aanbod. De aanbieder van traditionele geo-informatie heeft het in dit opzicht extra moeilijk, deze moet namelijk zowel inspelen op de nieuwe technische mogelijkheden als rekening houden met een meer mondige klant.

Het WWW is in principe geschikt om iedere soort geo-informatie aan te bieden, maar het zijn met name de aanbieders van meer bederfelijke geo-informatie die opeens mogelijkheden zien die tot voor kort ondenkbaar waren. Dit betreft bijvoorbeeld informatie over weer en verkeer. De webpagina's van het KNMI [URL 1] of MeteoConsult [URL 2] bieden de meest recente beelden van bijvoorbeeld regenval en temperatuur, terwijl de pagina's van de ANWB [URL 3] de actuele verkeerssituatie rond de grote steden in beeld brengen, en medeweggebruikers geven ondertussen via hun privé websites aan waar men momenteel snelheidscontroles uitvoert. De praktische real-time toepassing van dergelijke informatie vereist natuurlijk tegenwoordig handsfree toegang tot het web. Een extra stimulans voor de ontwikkeling van mobiel GIS?

Overigens biedt het web niet alleen unieke mogelijkheden voor de verspreiding van actuele, tijdsgevoelige informatie. Juist ook historisch materiaal kan via het web worden ontsloten. Zo wordt veel historisch kaartmateriaal zorgvuldig bewaard in speciale onderdelen van de diverse kaartenverzamelingen, waarvan de toegang in zekere zin moeizaam is. Wanneer de afbeeldingen van het oude kaartmateriaal via het web toegankelijk zouden zijn, konden veel meer mensen genieten van dit deel van ons cultureel erfgoed. En daar het WWW geen landsgrenzen kent, is dit materiaal dan overal op de wereld toegankelijk. De Koninklijke Bibliotheek heeft dit voor een klein deel van de verzameling inmiddels zo gerealiseerd [URL 4].

Er kleven natuurlijk ook een aantal nadelen aan het web. Van gebruikerszijde is de toegankelijkheid al genoemd, net als de betrouwbaarheid. Vanuit het blikveld van de producent kan men zich afvragen of, wanneer men geo-informatie via het web publiceert, men ook inderdaad de doelgroep bereikt. Hoe zit het bijvoorbeeld met copyright? Kan iedereen vrijelijk beschikken over de gegevens die men op het web aantreft? Vanuit gebruikers-perspectief beschouwt men vaak alles wat men op het web aantreft als gratis. Nieuwe pagina's worden dagelijks toegevoegd, maar verdwijnen net zo makkelijk of veranderen zo van locatie. Is hier een ordening aan te brengen? Een prima voorbeeld van een poging om een geo-informatie-georiënteerde website te maken is Oddens Bookmarks [URL 5] Een andere manier om orde en overzicht aan te brengen zijn clearinghouses die deel uitmaken van de ruimtelijke gegevensinfrastructuur. Daarnaast, of eigenlijk in samenhang daarmee, biedt ook het atlasconcept interessante mogelijkheden zoals verderop in dit artikel duidelijk zal worden.


Type webkaarten

Gelet op de eigenschappen van kaarten die men op het web kan vinden is het mogelijk deze te classificeren volgens het schema in figuur 1 [URL 6] [Kraak & Brown, 2000]. Het schema classificeert op basis van de manier waarop de kaarten gebruikt kunnen worden, waarbij de sleutelwoorden interactie en dynamiek een belangrijke rol spelen. De hoofdindeling is naar statische en dynamische kaarten, terwijl beide categorieën verder zijn onderverdeeld in niet-interactieve en interactieve kaarten. Het meest voorkomend zijn niet-interactieve statische kaarten. Dit zijn kaarten waar de gebruiker alleen naar kan kijken. Voor een web-omgeving is dat vrij saai en vaak zijn deze kaarten oorspronkelijk ook niet voor het web ontworpen, maar gewoon scans van bestaande kaarten die op het web gezet zijn. In bepaalde gevallen kunnen dergelijke kaarten toch nuttig zijn. Bijvoorbeeld de al eerder genoemde afbeeldingen van historische kaarten. Via het web kunnen verzamelingen hun bezit toegankelijker maken voor het publiek.

(FIGUUR 1, digitaal)

Figuur 1. Classificatie van webkaarten [naar Kraak & Brown, 2000].

Statische kaarten kunnen ook interactief zijn. Het betreft zogenaamde klikbare kaarten. De gebruiker kan bijvoorbeeld via de legenda kaartlagen aan- of uitzetten, in- of uitzoomen en dergelijke. Een andere veel voorkomende variant is dat men via het aanklikken van symbolen in de kaart naar andere informatie op het web wordt geleid, dat er een andere (gedetailleerdere) kaart wordt opgeroepen, of dat er informatie uit de onderliggende database op het scherm verschijnt. Eigenlijk zijn dit de kaarten die de gebruiker op het web verwacht aan te treffen. Men moet ergens op kunnen klikken of de beelden moeten bewegen.

Bewegende kaartbeelden vindt men in de categorie dynamische webkaarten. Het web is uitermate geschikt voor dit soort kaarten, waarmee onder meer dynamische geografische processen in beeld gebracht kunnen worden. De niet-interactieve versie van de dynamische webkaart wordt gerepresenteerd door bijvoorbeeld een animated-gif. Een set bitmaps die elk een scène uit een animatie representeren zijn achter elkaar gezet en worden door de web browser continue afgespeeld en herhaald. Voorbeelden zijn de automatische gegenereerde weerkaartjes met de waarneming van bijvoorbeeld de laatste 24 uur van de neerslagradar. Ook de op veel webpagina's voorkomende roterende wereldbolletjes vallen in deze categorie.

Interactieve dynamische kaarten zijn bijvoorbeeld animaties die worden afgespeeld in een speler waarop de gebruiker ook invloed heeft door via knoppen de animatie voor- of achteruit te laten afspelen. Meer interactie-mogelijkheden worden geboden wanneer de kaarten zich in een JAVA(3D) of VRML-omgeving bevinden. In dergelijke omgevingen zijn eigenlijk alle denkbare interactiemogelijkheden te realiseren. Zo kan men bijvoorbeeld in een landschap zelf een pad uitzetten en een trip door het landschap maken. Tijdens een dergelijke trip kan men objecten bevragen, toegang krijgen tot een database enzovoort. In het kader van virtuele realiteit en collaboratieve visualisatie ontstaan zeer interessante mogelijkheden, waarbij mensen op verschillende locaties via de webkaart met elkaar aan één project kunnen werken.


Het ontwerp van webkaarten

Het web heeft de kaartontwerp-principes niet wezenlijk veranderd. Wel zijn er een aantal nieuwe mogelijkheden bijgekomen en moet men met een aantal specifieke eigenschappen van het web en zijn gebruikers rekening houden. Denk hierbij aan de omvang van de bestanden en het ongeduld van de gebruikers. De extra mogelijkheden hebben, zoals in de introductie genoemd, onder andere betrekking op de toegankelijkheid tot de kaart en de mogelijkheid om bijgehouden kaarten aan te bieden, mits de organisatie van de gegevens goed geregeld is.

Een goed ontworpen webkaart kenmerkt zich door een leeg kaartbeeld, iets wat de ontwerper van de Bosatlas zou aanspreken, zeker als we bedenken dat hij dit 125 jaar geleden al opmerkte voor kaarten uit zijn atlas. De noodzakelijke leegte van de kaart is in een webomgeving geen enkel probleem, daar men via de nieuwe technische mogelijkheden veel informatie achter de kaart kan verbergen. Toegang tot deze 'verborgen' informatie kan bijvoorbeeld verkregen worden via 'mouse-over' technieken of via het aanklikken van symbolen of tekst. Wanneer men de muis over het kaartbeeld beweegt zal dit op bepaalde voorgedefinieerde plaatsen tot een reactie leiden. Het kan zijn dat een symbool van kleur verandert, waardoor de gebruiker er op geattendeerd wordt dat er interactie mogelijk is, of dat er een tekst in beeld verschijnt die als legenda dienst doet, een plaatsnaam toont of een nadere uitleg geeft. Om de gebruiker als het ware uit te nodigen op de juiste symbolen te klikken moet het ontwerp van de symbolen extra aandacht krijgen en uitnodigend zijn.

Dit uitdagende ontwerp kan gerealiseerd worden door het toepassen van een aantal nieuwe technieken die in ontwerpsoftware worden aangeboden [Kraak & Ormeling, 2002]. In feite zou men deze nieuwe mogelijkheden kunnen zien als aanvulling op de grafische variabelen die indertijd door Bertin zijn voorgesteld (zie figuur 2). Het betreft hier vervlakking ('blur'), focus, transparantie en schaduw. Vervlakking geeft symbolen aan de rand een wazige aanblik en kan bijvoorbeeld worden toegepast om onzekerheid te visualiseren. Focus introduceert knipperende symbolen die om aandacht schreeuwen. Transparantie en schaduw kunnen beide worden toegepast om een driedimensionaal effect te realiseren. Transparantie is een soort mistige doorzichtigheid waardoor meerdere lagen boven (of door) elkaar kunnen worden afgebeeld. Zo kan deze variabele gebruikt worden om een achtergrondkaart weg te drukken ten gunste van een andere kaartlaag, bijvoorbeeld geologie. Ook kan de mate van transparantie gekoppeld worden aan waarden die de intensiteit van een verschijnsel representeren, bijvoorbeeld een geringe transparantie bij hevige regen en een hoge transparantie bij weinig neerslag. De toepassing van schaduw resulteert in een gevoel van diepte in de kaart en kan worden toegepast om de visuele hiërarchie in de kaart te versterken. Individuele symbolen kunnen door de toepassing van schaduwwerking een driedimensionaal uiterlijk krijgen. De nieuwe variabelen worden al ruim toegepast in webkaarten, maar een gedegen onderzoek naar de effectiviteit van de nieuwe variabelen laat nog op zich wachten. Een dergelijk onderzoek is noodzakelijk want ondanks alle technologische mogelijkheden zijn we er ook in geïnteresseerd of het gebruik ervan meer dan alleen maar leuk is.

(FIGUUR 2, digitaal)

Figuur 2. Nieuwe grafische variabelen [naar Kraak & Ormeling, 2002].

Een andere mogelijkheid om de lege kaart te vullen met meer informatie is gebruik te maken van een zogenaamd textuurfilter. Dit filter kan bijvoorbeeld de vorm hebben van de lens van een vergrootglas, die over de kaart bewogen kan worden. De inhoud van de lens zou bijvoorbeeld een vergroting van de onderliggende kaart kunnen zijn, al dan niet met meer of zelfs minder detail. Ook zou het beeld in de lens een andere kaart of een satellietbeeld kunnen zijn van het onderliggende gebied. Nog een optie zou kunnen zijn dat de informatie van de onderliggende kaart binnen de lens door middel van een andere karteermethode is weergegeven, zodat de gebruiker op een alternatieve manier naar de gegevens kan kijken (figuur 3).

(FIGUUR 3, digitaal)

Figuur 3. Textuurfilters [naar Kraak & Ormeling, 2002].

Een bijkomend voordeel van lege kaarten in een klein bestandsformaat is dat ze ook bruikbaar kunnen zijn in de wereld van het mobiele GIS. Meer en meer zal men gebruik gaan maken van draagbare apparaten zoals mobiele telefoons en persoonlijke digitale assistenten (PDA's), waarmee men draadloos een database kan benaderen en om zogenaamde locatie-gebaseerde diensten kan vragen. Zo zal, lopend in een onbekende stad, de vraag: 'Waar vind ik de dichtst bijzijnde boekhandel?' een antwoord in de vorm van een kaartje plus een route van de huidige locatie naar de betreffende boekhandel opleveren. Dergelijke minimale kaarten vragen om speciale ontwerpaandacht.


De (Web) atlas metafoor en de ruimtelijke gegevens-infrastructuur

De atlas wordt door velen gezien als het toppunt van de kartografie. Wat voor mogelijkheden biedt het web voor dit kartografische product? Om deze vraag te beantwoorden moeten we de eigenschappen van de atlas afzetten tegen de hiervoor genoemde karakteristieken van de webkaart en zien waar beide elkaar versterken of juist tegenwerken. Een atlas wordt samengesteld door een doelbewuste combinatie van kaarten. Het doel kan zijn schoolkinderen te informeren over de geografie van de wereld of om zoveel mogelijk plaatsen te kunnen vinden. De manier waarop de kaarten geordend zijn is bedoeld om de doelstelling te bereiken. Voorbeelden zijn de Bosatlas, waar men met Nederland begint en via Europa uitzoomt naar de Wereld. Of de Times Wereldatlas die per continent van oost naar west en van noord naar zuid gedetailleerde kaarten aanbiedt. De structuur bij een papieren atlas is door de sequentiële volgorde van de kaarten deels beperkt. Bij een elektronische atlas bestaan meer mogelijkheden. Een bekend voorbeeld is de Microsoft's Encarta wereldatlas die op cd-rom wordt uitgebracht. Navigatiemogelijkheden zijn hier groot, terwijl ook de links naar andere presentatievormen zoals foto's, videobeelden en grafieken mogelijk zijn. Op een cd-rom is het mogelijk om veel van de voordelen van de webkaart al in praktijk te brengen, men is alleen beperkt tot de informatie op de cd-rom doordat een verbinding naar het internet ontbreekt. De Encarta-atlas laat overigens wel verbindingen toe wanneer men on-line is. De Encarta Wereldatlas laat ook al een aantal eigenschappen zien die ook de webgebruiker in potentie ter beschikking staan. Men kan zelf de kaart samenstellen door in een legenda lagen uit of aan te zetten, het is mogelijk in de kaart afstanden en oppervlakten te meten, op het kaartbeeld in en uit te zoomen en te pannen. Een belangrijke atlaseigenschap, het vergelijken in ruimte, naar onderwerp of in de tijd, is niet echt goed mogelijk.

Het web biedt echter nog een aantal voordelen die goed tot hun recht komen als we de rollen van de kaart op het web nog eens op een rij zetten. Natuurlijk kan de kaart functioneren zoals het een kaart betaamt, als visuele representatie van ruimtelijke gegevens met als doel inzicht te verschaffen in ruimtelijke patronen en relaties. Extra interactieve mogelijkheden met links naar andere achterliggende informatie zoals hiervoor al omschreven behoren er natuurlijk op het web als vanzelfsprekend bij. Daarnaast kan de kaart functioneren als een soort interface naar andere informatie in cyberspace. Klikken op de kaart brengt de surfer naar andere webpagina's die zelf weer kaarten of andere relevante informatie kunnen bevatten. De meest boeiende rol die de kaart kan spelen op het web is onderdeel zijn van een geografische zoekmachine die opgenomen is in een geodata infrastructuur. De gebruiker kan bijvoorbeeld naast een onderwerp (veeteelt) en een tijdsperiode (tussen 1958 en 1999) op een kaart ook een geografisch gebied aanduiden waarbinnen de zoekoperatie moet worden uitgevoerd.

Afhankelijk van het doel van de atlas komen de hierboven genoemde eigenschappen al dan niet goed van pas. Voor schoolatlassen kan men denken aan links naar andere (actuele) onderwerpen of aan een link met een handatlas zoals via de site van de Bosatlas gebeurt [URL 7]. Hier kan de leerling plaatsen en andere geografische objecten opzoeken die niet in de relatief 'lege' Bosatlaskaarten voorkomen. Wegenatlassen hebben als vanzelfsprekend route planningcapaciteiten [URL 8]. In het voorbeeld van Michelin is ook de bekende rode hotelgids aan de kaart gekoppeld. In thematische atlassen kan men doorklikken naar gerelateerde onderwerpen of zijn bij het afgebeelde onderwerp tekst en uitleg beschikbaar, zoals bij de Zorgatlas [URL 9]. Met name de rol van de nationale atlas op het web is een zeer interessante [URL 10]. Dergelijke atlassen presenteren een gedetailleerd beeld van de fysische en sociale aspecten van een land. Omdat vrijwel iedereen weet hoe een atlas werkt, kan een nationale atlas die is opgenomen in een nationale geodata infrastructuur direct of als metafoor als toegang dienen tot die geodata infrastructuur zoals al eens eerder in het Kartografisch Tijdschrift is betoogd [Kraak et al., 2001]. Een dergelijke constructie is gunstig voor alle partijen, immers via de atlas ontstaat een heldere toegang tot de gegevens die aangeboden en toegankelijk zijn via de infrastructuur, terwijl de atlas ten alle tijden bijgehouden kaartmateriaal kan presenteren, doordat de gegevens direct bij de aanbieder vandaan komen.


Conclusie

Natuurlijk blijven er nog vele vragen over. Bijvoorbeeld, hoe is de combinatie van gegevens uit verschillende bronnen met een verschillende nauwkeurigheid en schaal goed te regelen? En welke karteringsfunctionaliteit moet aan welk type gebruiker worden aangeboden? Maar ook, hoe spelen we in op de mobiele behoeften? Duidelijk is wel dat het Web het medium is om vandaag de dag ruimtelijke informatie te verspreiden en te verkrijgen. De mogelijkheid bestaat om, wanneer goed georganiseerd, zeer recente informatie aan te bieden en te verkrijgen en er zijn nieuwe uitdagende interactieve karteringsmethoden beschikbaar voor nagenoeg iedereen. Uiteindelijk resteren er ook vragen over de bruikbaarheid en efficiëntie van deze nieuwe mogelijkheden.


Literatuur

-Kraak, M.J. & A. Brown (2000), Web Cartography - developments and prospects. London: Taylor & Francis, 213 pp.
-Kraak, M.J. & F.J. Ormeling (2002), Cartography, the Visualization of geospatial Data. London: Longman.
-Kraak, M.J., F.J. Ormeling & J. Smits (2001), De nationale atlas als organisatiemedium voor de toegang tot geo-informatie. Kartografisch Tijdschrift XXVI.2001.2, pp. 42-47.


URL's

-URL 1. KNMI: http://www.knmi.nl/
-URL 2. Meteo-Consult: http://www.meteoconsult.nl/meteo/index.html
-URL 3. ANWB: http://www.anwb.nl
-URL 4. Koninklijke Bibliotheek: http://www.konbib.nl
-URL 5. Oddens Bookmarks: http://oddens.geog.uu.nl/index.html
-URL 6. Web maps: http://kartoweb.itc.nl/webcartography/webmaps/classification.htm
-URL 7. Bosatlas: http://www.bosatlas.nl
-URL 8. Michelin: http://www.viamichelin.com
-URL 9. Zorgatlas: http://www.zorgatlas.nl/
-URL 10. Nationale Atlas Canada: http://atlas.gc.ca/site/english/index.html




Sluit dit venster