Mappings

Cosgrove, D. (editor)

London: Reaktion books Ltd, 1999

311 pp., 24 x 16 cm

ISBN 1 86 189 021 4

Prijs: circa ƒ 70,-

Mappings is een boek met een serie essays over de rol van het kartingingsproces door de eeuwen heen. Het boek is verschenen in een serie onder de titel Critical Views, bij de uitgever Reaktion Books. Een interessante combinatie van feiten zeker als de redacteur van het boek begint met de opmerking dat er verschillende redenen zijn om eens kritisch naar de kartografie, en eigenlijk meer het proces van karteren, te kijken. De complexiteit van het karteringsproces is natuurlijk voldoende bekend bij professionele kaartgebruikers. Maar in onze huidige visueel ingestelde maatschappij wordt de vanzelfsprekendheid van kaarten door de massa aangenomen, terwijl enige kritiek op z’n plaats is. Brian Harley was een van deze critici terwijl ook het boek Power of maps van D. Wood stof tot nadenken geeft. Zo worden onder andere topografische kaarten als (militiare) overheidsproducten en als indoctrinerende producten gezien. Andere vinden nu juist dat dit de enige neutrale kaarten zijn. De globalisering en de toegang tot Internet plaatsen de kaart, die vaak gebruikt wordt om verschijnselen te begrenzen, in een ander daglicht. Ook in de literatuur krijgt de kaart meer aandacht. Denk hierbij aan boeken van Eco Het eiland van de vorige dag en Sobel’s Longitude.

Bij het schrijven van de essays werd de auteurs gevraagd te kijken naar het tot stand komen van kaarten als product van hun tijd en de invloed van eenmaal gemaakte kaarten in hun gebruiksomgeving. Deze twee elementen, mapping meaning into the map en mapping meaning out of the map, hebben de titel van het boek Mappings bepaald. De auteurs van de essays hebben een zeer verschillende achtergrond verspreid over disciplines als geschiedenis, kunst, communicatiewetenschappen, architectuur en geografie. Dit blijkt garant te staan voor een zeer diverse benadering, al overheerst, in eigen vaktermen uitgedrukt, de historisch-kartografische invalshoek, die onder andere tot uiting komt in de vele zwart-wit illustraties van oude kaarten. Meer specifiek werd de auteurs gevraagd om vanuit het gekozen onderwerp kritisch naar de karteringsprocessen te kijken en vragen te beantwoorden als: wat betekende het karteringsproces toen en hoe kijkt men er nu tegenaan.

De essays behandelen onderwerpen als het gebruik van kaarten in de Griekse oudheid en het voorkomen van het paradijs op de kaart. In dit laatste geval blijkt dat nieuwe technologische en geografische kennis het paradijs rond 1500 van de kaart laat verdwijnen. Hier sluit het essay over de rol van globe-kartering overigens goed bij aan. Een bijdrage over de weergave van de stad laat cultuurverschillen zien tussen Noord- en Zuid-Europa. In het zuiden was er een voorkeur voor perspectivisch aanzicht, terwijl het noorden de voorkeur gaf aan orthogonale overzichten. Het boek bevat een aantal verhandelingen over de kartering van de kust en koloniale wateren in Zuid-Amerika. Ook de kartering van netwerken, variërend van fortificaties van Vauban tot Internet komen aan bod. Een zeer interessante bijdrage is afkomstig van een landschaparchitect die laat zien hoe in die discipline een aantal (kartografische) ontwikkelingen parallel lopen met die in de kartografie. Hierbij ligt de nadruk steeds op het, naar zijn mening, te weinig gebruik maken van alternatieve weergavetechnieken. Zijn benadering leidt tot de introductie van een aantal termen zoals ‘drift’ en ‘layering’ die in de vorm van ‘bewust weglaten’ en ‘visuele hiërarchie/kaartlagen’ hun parallellen kennen. Deze auteur sluit af met de opmerking dat het gebruik van alternatieve visualisatiemethoden (in de planningswereld) de kaart haar ondernemende en exploratieve karakter teruggeeft door het tonen van tot dan verborgen verschijnselen. Een essay over kunst en de kaart sluit de serie essays af. Een uitgebreid notenapparaat en literatuurverwijzingen biedt aanknopingspunten voor verder lezen.

Wanneer de meeste auteurs de moderne ontwikkelingen op het kartografisch vakgebied gevolgd zouden hebben hadden ze kunnen waarnemen dat er duidelijk een verschuiving plaatsvindt van meer aanbod gerichte kartografie naar vraaggestuurde kartografie. Juist het, in hun ogen, ontbreken hiervan verleidt ze tot kritisch commentaar. Het gebruik van kaarten in de moderne informatie- en communicatie-technologische omgeving is hiervan met de web-kartografie een goed voorbeeld. Op het web is het de kaartgebruiker die de kaart, en zelfs het uiterlijk van de kaart kan bepalen - overigens niet altijd met een resultaat dat veel beter is dan de indoctrinatie van de aanbod-kartografie.

Mijn conclusie: een interessant boek, dat eens een ander inzicht op het kartografisch vak biedt dan de meesten van ons dagelijks gewend zijn. Wel moet worden opgemerkt dat niet alle essays, mede door het taalgebruik, even toegankelijk zijn.

M.J. Kraak

Close